Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing en vaststellen zorgregeling
[de man]
[minderjarige] , geboren op [geboortedag 1] 2014 te [geboorteplaats] ,
[de vrouw] ,
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.
Het procesverloop
Feiten
Verzoek en verweer
Beoordeling
Gelet op deze omstandigheden vindt de kinderrechter een andere regeling dan ook noodzakelijk en wenselijk, waarbij het – conform het verzoek van de vader – zal gaan om een tijdelijke opbouwregeling tot januari 2022.
De gecertificeerde instelling heeft er in dit verband nog op gewezen dat [minderjarige] behoefte heeft aan zekerheid over de plaats waar zij zal opgroeien en dat het definitieve perspectiefbesluit daartoe wordt genomen zodra de machtiging tot uithuisplaatsing wordt verlengd; pas als de daarmee beoogde rust en stabiliteit is verkregen kan aan uitbouw van de contactregeling worden gewerkt, aldus de gecertificeerde instelling. Nu de kinderrechter bij beschikking van 6 september 2021 de machtiging tot uithuisplaatsing heeft verlengd en de vader ter zitting heeft verklaard dat hij de plaatsing van [minderjarige] in het pleeggezin kan aanvaarden, kan dit geen beletsel meer zijn voor uitbreiding van het contact.