ECLI:NL:RBDHA:2021:10446

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
24 september 2021
Zaaknummer
C/09/614266 / KG ZA 21-617
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handelsnaaminbreuk in kort geding tussen Klustoppers B.V. en Snellebudgetverhuisservice

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Klustoppers B.V. en Snellebudgetverhuisservice. Klustoppers, die sinds 2015 actief is onder de handelsnaam 'Budget Verhuisservice', vorderde een verbod op het gebruik van soortgelijke handelsnamen door de gedaagden, die inbreuk zouden maken op de handelsnaamrechten van Klustoppers. De rechtbank oordeelde dat de handelsnamen van de gedaagden, ondanks een geringe variatie, verwarring bij het publiek konden veroorzaken. Klustoppers had voldoende aangetoond dat er al verwarring was ontstaan, onder andere door meldingen van klanten. De rechtbank wees de vorderingen tegen gedaagde 1 af wegens gebrek aan spoedeisend belang, maar kende de vorderingen tegen de VOF en haar vennoten toe. De gedaagden werden veroordeeld om het gebruik van de woorden 'Budget Verhuisservice' te staken en gestaakt te houden, met een dwangsom voor elke dag dat zij in strijd handelden. Tevens werden de proceskosten toegewezen aan Klustoppers, waarbij de rechtbank de kosten matigde op basis van de geldende tarieven voor intellectuele eigendomszaken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/614266 / KG ZA 21-617
Vonnis in kort geding van 24 september 2021
in de zaak van
KLUSTOPPERS B.V.,
te Rijswijk,
eiseres,
advocaat mr. E.M. Richel te Schiedam,
tegen

1.[gedaagde 1],

te [woonplaats 1],
2. de vennootschap onder firma
SNELLEBUDGETVERHUISSERVICE, voorheen genaamd Choco&Huis,
te Voorburg, Gemeente Leidschendam-Voorburg,
3.
[gedaagde 3],
te [woonplaats 2].,
4.
[gedaagde 4],
te [woonplaats 3],
gedaagden,
advocaat mr. K.C. Mensink te Den Haag.
Eiseres zal hierna worden aangeduid als Klustoppers. Gedaagden zullen afzonderlijk worden aangeduid als [gedaagde 1], de VOF, [gedaagde 3] en [gedaagde 4]; gezamenlijk zullen zij [gedaagden] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen van 13 juli 2021, met producties EP01 t/m EP21;
  • de voorafgaand aan de mondelinge behandeling op 24 augustus 2021 ingediende pleitnota van [gedaagden], met producties GP01 t/m GP09;
  • de voorafgaand aan de mondelinge behandeling op 25 augustus 2021 ingediende pleitnota van Klustoppers, met aanvullende producties EP22 t/m EP24;
  • het e-mailbericht van Klustoppers van 26 augustus 2021, met de proceskostenspecificatie (door de rechtbank aangeduid als EP25);
  • het e-mailbericht van [gedaagden] van 26 augustus 2021 met aanvullende productie GP10.
1.2.
Op 27 augustus 2021 heeft (in verband met de uitbraak van het COVID-19 virus: op digitale wijze) de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij zijn verschenen namens Klustoppers de heer [X], bijgestaan door de advocaten mr. E.M. Richel en mr. J.M. van Hattum. [gedaagde 1] is in persoon verschenen en namens de VOF en voor zichzelf zijn verschenen [gedaagde 3] en [gedaagde 4], allen bijgestaan door de advocaten mr. K.C. Mensink en mr. L.S. Koning.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

Klustoppers

2.1.
Klustoppers drijft sinds 14 april 2015 een onderneming die onder meer diensten verleent aan particulieren en bedrijven op het gebied van verhuizen en transport, onder meer onder de handelsnaam ‘Budget Verhuisservice’ (hierna te noemen: de Klustoppers Handelsnaam). Klustoppers maakt ten behoeve van het aanbieden van haar diensten gebruik van de website http://www.budgetverhuisservice.nl.
2.2.
Op de website http://www.budgetverhuisservice.nl is het volgende opgenomen wat betreft de werkwijze van Klustoppers:
[gedaagde 1]
2.3.
[gedaagde 1] is in de periode juli 2019 tot en met oktober 2020 als uitzendkracht werkzaam geweest bij Klustoppers. [gedaagde 1] is de broer van [gedaagde 3].
2.4.
[gedaagde 1] heeft op 27 oktober 2020 de domeinnaam www.lowbudgetverhuisservice.nl geregistreerd en op 1 april 2021 zijn eenmanszaak Lowbudgetverhuisservice opgericht. Deze eenmanszaak houdt zich blijkens een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel onder meer bezig met verhuisvervoer. [gedaagde 1] bood zijn diensten onder de handelsnaam Low Budget Verhuisservice aan via de website
www.lowbudgetverhuisservice.nl. [gedaagde 1] maakte daarbij tevens gebruik van het e-mailadres
info@lowbudgetverhuisservice.nl.
2.5.
Op 4 december 2020 heeft Klustoppers [gedaagde 1] aangeschreven en hem gesommeerd het gebruik van de domeinnaam lowbudgetverhuisservice.nl te staken en gestaakt te houden. [gedaagde 1] heeft hier op 7 december 2020 op gereageerd en gesteld dat hij het recht heeft om zijn handelsnaam als website te gebruiken.
2.6.
Op 28 mei 2021 heeft (de advocaat van) Klustoppers [gedaagde 1] nogmaals gesommeerd om de inbreuk op (onder meer) de handelsnaam van Klustoppers te staken en gestaakt te houden. In deze sommatie staat onder meer het volgende geschreven:
2.7.
Op 2 juni 2021 heeft [gedaagde 1] op de sommatie gereageerd en daarbij de gestelde inbreuk op de handelsnamen van Klustoppers betwist, omdat de handelsnamen van Klustoppers niet voor bescherming in aanmerking komen. Op 4 juni 2021 heeft Klustoppers de sommatie herhaald, waarna (de advocaat van) [gedaagde 1] per e-mail het volgende heeft bericht:
“[gedaagde 1] heeft besloten aan uw sommatie gehoor te geven, louter om de kosten en negatieve energie van een procedure te voorkomen. De juistheid van de vordering wordt niet erkend. In dat kader informeer ik u dat de website inmiddels offline is en de Google Adwords niet (meer) worden gebruikt. Aangehecht treft u de verzochte afschriften (zie bijlagen).”
In reactie op dit bericht heeft de advocaat van Klustoppers aan de advocaat van [gedaagde 1] het volgende bericht:
“Namens mijn kantoorgenoot mr. Ernst Richel dank ik u voor uw bericht en de vlotte afhandeling in deze.”
2.8.
Met ingang van 7 juni 2021 heeft [gedaagde 1] de handelsnaam van zijn eenmanszaak gewijzigd naar Uwverhuisbedrijf.
2.9.
Op 23 juni 2021 heeft Klustoppers aan [gedaagde 1] een vaststellingsovereenkomst ter ondertekening toegestuurd. [gedaagde 1] heeft daar diezelfde dag middels zijn advocaat op gereageerd en gesteld dat hij de kwestie reeds als afgerond beschouwt en om die reden de toegestuurde vaststellingsovereenkomst niet ondertekent. Klustoppers heeft vervolgens op 25 juni 2021 om opgave van verhinderdata verzocht ten behoeve van de aanvraag van een kort geding.
De VOF
2.10.
De VOF is opgericht op 1 juli 2019 voor onder meer verhuisvervoer. [gedaagde 3] en [gedaagde 4] zijn de vennoten van de VOF. De naam van de VOF (eerst: Choco & Huis) is op enig moment gewijzigd in de vennootschap onder firma Snellebudgetverhuisservice.
2.11.
[gedaagde 3] heeft op 1 december 2020 de domeinnaam snellebudgetverhuisservice.nl geregistreerd. De VOF gebruikt voor het aanbieden van haar verhuisdiensten de aan voornoemde domeinnaam gekoppelde website
http://www.snellebudgetverhuisservice.nl, één en ander onder de handelsnaam Snelle Budget Verhuisservice (hierna te noemen: de VOF Handelsnaam).
2.12.
Op de website
http://www.snellebudgetverhuisservice.nlheeft de volgende omschrijving van de werkzaamheden gestaan:
2.13.
Op de website
www.snellebudgetverhuisservice.nlhebben de volgende algemene voorwaarden gestaan:
2.14.
Op 28 mei 2021 heeft Klustoppers de VOF gesommeerd om de inbreuk op (onder meer) de handelsnaam van Klustoppers te staken en gestaakt te houden. Op 23 juni 2021 heeft Klustoppers de sommatie herhaald en een vaststellingsovereenkomst ter tekening naar de VOF gestuurd. De VOF heeft daar niet inhoudelijk op gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
Klustoppers vordert samengevat – dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagden] veroordeelt om per direct ieder gebruik van de woorden ‘Budget Verhuisservice’, ‘Budget Verhuis Service’, ‘Budgetverhuisservice’ of ‘Budgetverhuis Service’ als handelsnaam, domeinnaam en/of als (onderdeel van een) e-mailadres te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagden] geheel of gedeeltelijk hiermee in strijd handelt, met hoofdelijke veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 1019h Rv [1] , te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente.
3.2.
Klustoppers legt aan deze vordering het volgende ten grondslag.
3.2.1.
[gedaagden] maakt inbreuk op de handelsnaamrechten van Klustoppers, omdat de handelsnamen van [gedaagden] in zeer geringe mate afwijken van de handelsnaam van Klustoppers, waardoor, gelet op de zeer geringe afwijking en de overlap in activiteiten en werkgebied, verwarring te duchten is bij het relevante publiek zoals bedoeld in artikel 5 Hnw [2] . Deze verwarring heeft zich ook al daadwerkelijk gemanifesteerd.
3.2.2.
Voorts is sprake van een onrechtmatige daad, omdat [gedaagden] door gebruik te maken van handels- en domeinnamen die grotendeels overeenkomen met de handels- en domeinnaam van Klustoppers op onrechtmatige wijze aanhaken bij de handels- en domeinnaam van Klustoppers. De handels- en domeinnamen van [gedaagden] bevatten immers de volledige handels- en domeinnaam van Klustoppers, waaraan slechts één (beschrijvend) woord aan de handelsnaam van Klustoppers is toegevoegd. Er is voorts sprake van voldoende ernstige bijkomende omstandigheden die een verbod rechtvaardigen, zoals het gebruiken van de handelsnaam van Klustoppers, het adverteren op de handelsnaam van Klustoppers, het hanteren van dezelfde tarieven als Klustoppers en gelijkluidende teksten en templates als Klustoppers te plaatsen op hun websites. Daarmee haakt [gedaagden] op onrechtmatige wijze aan bij de bekendheid en goede reputatie van Klustoppers, waardoor [gedaagden] profiteert van het door Klustoppers opgebouwde bedrijfsdebiet en daartoe gedane investeringen. Gelet op de familieband, de gelijktijdigheid van de inbreuken en de gelijkluidendheid van de door hen opgerichte ondernemingen is sprake van afstemming en samenwerking tussen [gedaagde 1], [gedaagde 3] en [gedaagde 4], zodat hun handelen ook te kwalificeren is als een gezamenlijk onrechtmatig handelen als bedoeld in artikel 6:166 BW [3] .
3.3.
[gedaagden] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Klustoppers in de kosten als bedoeld in artikel 1019h Rv.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang

4.1.
De vraag of een eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen dient beantwoord te worden aan de hand van een afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak. Daarbij heeft als uitgangspunt te gelden dat het spoedeisend belang in beginsel is gegeven zolang de gestelde inbreuk of het gestelde onrechtmatig handelen voortduurt.
4.2.
Met betrekking tot de vordering jegens [gedaagde 1] is de voorzieningenrechter van oordeel dat het spoedeisend belang bij de gevorderde voorlopige voorzieningen ontbreekt. De reden hiervoor is dat [gedaagde 1] op 4 juni 2021 aan Klustoppers te kennen heeft gegeven aan de sommatie van 28 mei 2021 te zullen voldoen en daar vervolgens ook gevolg aan heeft gegeven door zijn handelsnaam in het register van de Kamer van Koophandel te wijzigen en de website
www.lowbudgetverhuisservice.nloffline te halen. Na het bericht van de advocaat van Klustoppers, waarin wordt bedankt voor de ‘vlotte afhandeling’ in deze, mocht [gedaagde 1] erop vertrouwen dat de zaak daarmee was afgedaan, te meer omdat het ondertekenen van een met boete versterkte onthoudingsverklaring geen onderdeel uitmaakte van de sommatie van 28 mei 2021. In dat licht bezien kan het [gedaagde 1] niet worden tegengeworpen dat hij in een later stadium de door Klustoppers toegezonden vaststellingsovereenkomst niet heeft ondertekend. Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen jegens [gedaagde 1] bij gebrek aan spoedeisend belang worden afgewezen.
4.3.
Ten aanzien van de VOF, [gedaagde 3] en [gedaagde 4] is het spoedeisend belang gegeven, gelet op de gestelde voortdurende inbreuk door de VOF en haar vennoten en gelet op hun mededeling dat zij het gebruik van de handelsnaam van de VOF enkel zullen staken nadat de rechter hen daartoe heeft veroordeeld.
Handelsnaaminbreuk?
4.4.
Vervolgens dient te worden beoordeeld of de VOF met haar handelsnaam op grond van artikel 5 Hnw inbreuk maakt op de handelsnaamrechten van Klustoppers.
4.5.
Op grond van artikel 5 Hnw is het verboden een handelsnaam te voeren die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig werd gevoerd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, indien dientengevolge, gelet op de aard en plaats van beide ondernemingen, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Daarbij kan het gaan om directe verwarring (het publiek houdt de ene onderneming voor de andere), of indirecte verwarring (het publiek neemt aan dat de beide ondernemingen economisch met elkaar zijn verbonden). Of verwarring te duchten valt, moet worden beoordeeld met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. Bij een en ander komt het aan op een globale beoordeling van de volledige handelsnamen wat betreft hun visuele, auditieve en begripsmatige kenmerken, in relatie tot de aard van de ondernemingen en alle overige omstandigheden van het geval. Tot de visuele kenmerken behoren ook gebruikte logo’s en eventuele andere visuele vormgeving. Voorts dient de vraag of verwarring te duchten valt, te worden beoordeeld vanuit het perspectief van het normaal oplettende publiek en zijn eventuele (specialistische) kennis van het desbetreffende marktsegment. [4] De behoefte tot vrijhouding van voor de aard van de onderneming of van de door haar geleverde waren of diensten, is een omstandigheid die bij de beoordeling van de vraag of verwarring te duchten is dient te worden betrokken. [5] Voor beschrijvende handelsnamen zonder onderscheidend vermogen zijn overigens geen bijkomende omstandigheden vereist. [6]
4.6.
Vooropgesteld wordt dat de door Klustoppers gevoerde handelsnaam voorlopig oordelend beschrijvend van aard is. De handelsnaam brengt immers tot uitdrukking dat het om een verhuisservice gaat voor een – zo zal het publiek aannemen – klein budget. Deze handelsnaam heeft zodoende geen onderscheidend vermogen van huis uit. Klustoppers heeft tijdens de mondelinge behandeling evenwel uitvoerig uiteengezet op welke wijze zij investeert in enerzijds de bekendheid van haar handelsnaam en anderzijds in het bestrijden van het gebruik van gelijksoortige handelsnamen door derden (waarbij Klustoppers heeft verwezen naar de in productie EP24 opgenomen correspondentie met zo’n derde) en welke bedragen daarmee gemoeid gaan. Klustoppers heeft voorts gesteld dat deze investeringen doel treffen nu zij van klanten bevestigd heeft gekregen dat zij bij Klustoppers terecht zijn gekomen na het zien en/of horen van reclame-uitingen van Klustoppers en nu Klustoppers succesvol is gebleken in het bestrijden van inbreuk op haar handelsnaam. De VOF en haar vennoten hebben één en ander niet weersproken, zodat in het kader van deze kort geding procedure wordt uitgegaan van een zekere mate van (onderscheidend vermogen verkregen door) inburgering van de Klustoppers Handelsnaam.
4.7.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of er sprake is van gevaar voor verwarring. De aard van de ondernemingen is hetzelfde. De handelsnamen van Klustoppers enerzijds en de VOF anderzijds vertonen voorts sterke gelijkenissen, in die zin dat de VOF Handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt van de Klustoppers Handelsnaam door de toevoeging van het woord ‘Snelle’ gevolgd door de Klustoppers Handelsnaam ‘Budget Verhuisservice’. Dan dient zich de vraag aan of deze toevoeging in de lijn van de Hoge Raad is aan te merken als een kleine variatie op de Klustoppers Handelsnaam, waardoor het gevaar voor verwarring wordt weggenomen. Dat is voorlopig oordelend niet het geval. Enerzijds heeft te gelden dat de toevoeging van het woordje ‘Snelle’ evenzeer beschrijvend is te achten en de VOF handelsnaam geen of amper onderscheid kan verschaffen. Het betreft immers een toevoeging aan de handelsnaam die beschrijvend is voor de wijze waarop de VOF haar diensten verleent. Anderzijds is als gezegd sprake van een zekere mate van inburgering van de Klustoppers Handelsnaam.
4.8.
De voorzieningenrechter weegt voorts de omstandigheid mee dat de teksten op de website van de VOF voor wat betreft de werkwijze in hoge mate overeenkomen met de teksten op de website van Klustoppers (vergelijk de teksten zoals hiervoor onder 2.2 en 2.12 zijn opgenomen) en dat de VOF zich in ieder geval gedurende enige tijd heeft bediend van de algemene voorwaarden van Klustoppers, waarin de naam van Klustoppers meerdere malen expliciet voorkomt (zie hiervoor onder 2.13). Deze omstandigheden dragen bij aan het gevaar dat bij het publiek verwarring ontstaat voor wat betreft de identiteit van beide ondernemingen. Tot slot acht de voorzieningenrechter het van belang dat de verwarring zich reeds heeft gemanifesteerd. Klustoppers heeft dit toegelicht door onweersproken te stellen dat zij meerdere keren telefonisch door (potentiële) klanten is benaderd vanwege de verwarring die was ontstaan met betrekking tot de handelsnamen van Klustoppers en die van de VOF. Klustoppers heeft deze derden verzocht de correspondentie met haar te delen, waartoe slechts twee van hen bereid waren. Klustoppers beschikt daarnaast over de als productie EP20 overgelegde whatsapp-berichten tussen de heer [X] van Klustoppers en een klant, waaruit eveneens blijkt dat er verwarring heeft plaatsgevonden tussen enerzijds de handelsnaam van Klustoppers en anderzijds de handelsnaam van de VOF [7] :
4.9.
De slotsom van het voorgaande is dan ook, voorlopig oordelend, dat de VOF handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt van de Klustoppers handelsnaam en dat dientengevolge bij het publiek verwarring tussen de ondernemingen te duchten is en reeds is opgetreden.
4.10.
Voor zover de vordering betrekking heeft op het gebruik van de woorden Budget Verhuisservice (al dan niet aan elkaar) in de domeinnaam en/of de e-mailadressen van de VOF, is dat deel van de vordering eveneens toewijsbaar. Voor zover dat gebruik al niet als handelsnaamgebruik is te beschouwen, licht de voorzieningenrechter de onrechtmatigheid als volgt nader toe. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is de aanduiding ‘budget verhuisservice’ louter beschrijvend voor de diensten die zowel door Klustoppers als door de VOF worden aangeboden. Het gebruik van deze woorden is dan ook enkel onrechtmatig indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen [8] . Als dergelijke bijkomende omstandigheden zijn voorshands te beschouwen de enige mate van inburgering van de naam alsmede de omstandigheden zoals genoemd onder 4.8.
4.11.
Namens gedaagden is nog opgemerkt dat het haar moet vrij staan om de woorden budget verhuisservice in uitingen op haar website en in reclame te gebruiken. De voorzieningenrechter merkt daarover op dat de vordering (en het toe te wijzen verbod) daarop geen betrekking heeft.
De vorderingen
4.12.
Het voorgaande brengt mee dat hetgeen jegens [gedaagde 1] is gevorderd wordt afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang.
4.13.
De vordering jegens de VOF en haar vennoten [gedaagde 3] en [gedaagde 4] worden op na te melden wijze toegewezen, waarbij zij een week krijgen om een en ander aan te passen. Teneinde te bevorderen dat dit vonnis wordt nageleefd, is oplegging van een dwangsom aangewezen. De gevorderde dwangsom zal evenwel worden gematigd en er zal een maximum aan worden verbonden.
4.14.
Met betrekking tot de gevorderde proceskostenveroordeling wordt als volgt overwogen. In deze procedure zijn in feite twee gedaagde partijen betrokken, te weten enerzijds [gedaagde 1] en anderzijds de VOF (inclusief haar vennoten). De proceskostenveroordeling zal aldus daarop worden toegespitst. Daarbij geldt het volgende uitgangspunt.
4.15.
De onderhavige zaak is in overwegende mate een zaak ter handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de zin van artikel 1019 Rv. Het deel van de zaak dat op onrechtmatig handelen ziet is naar voorlopig oordeel verwaarloosbaar te achten ten opzichte van het deel dat ziet op het handelsnaamrecht. Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze zaak valt onder de categorie eenvoudig kort geding met een maximumtarief van € 6.000,-.
4.16.
In de procedure tussen Klustoppers enerzijds en [gedaagde 1] anderzijds zal Klustoppers als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, voor zover deze kosten betrekking hebben op [gedaagde 1]. [gedaagde 1] heeft aanspraak gemaakt op een proceskostenvergoeding overeenkomstig artikel 1019h Rv en heeft een kostenopgave in het geding gebracht die sluit op een bedrag van € 6.137,84 exclusief btw. Nu voor deze zaak een maximumtarief geldt van € 6.000,- en slechts de helft van de procedure betrekking heeft op [gedaagde 1], zal een bedrag van € 3.000,- aan advocaatkosten worden toegewezen, welk bedrag wordt verhoogd met de helft van het door [gedaagden] betaalde griffierecht van € 667,- zodat in totaal een bedrag van € 3.333,50 zal worden toegewezen. Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
4.17.
In de procedure tussen Klustoppers enerzijds en de VOF en haar vennoten anderzijds, zullen de VOF en haar vennoten – zoals gevorderd hoofdelijk – worden veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van Klustoppers. Klustoppers heeft aanspraak gemaakt op een proceskostenvergoeding overeenkomstig artikel 1019h Rv en haar kosten gespecificeerd tot een bedrag van € 6.857,50 exclusief btw en verschotten. Nu voor deze zaak een maximumtarief geldt van € 6.000,- en slechts de helft van de procedure betrekking heeft op de VOF en haar vennoten, zal een bedrag van € 3.000,- aan advocaatkosten worden toegewezen, welk bedrag wordt verhoogd met de helft van het door Klustoppers verschuldigde griffierecht van € 667,- en de betekeningskosten voor zover deze betrekking hebben op de VOF, te weten € 106,93. Dit brengt mee dat een bedrag van € 3.440,43 zal worden toegewezen. Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
4.18.
Voor een (separate) veroordeling in de gevorderde nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert. De nakosten zullen overeenkomstig het per 1 februari 2021 geldende liquidatietarief [9] worden begroot op € 163,- zonder betekening en op € 248,- in geval van betekening.
4.19.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten wordt op na te melden wijze toegewezen.
4.20.
De voorzieningenrechter bepaalt de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak, zoals bedoeld in artikel 1019i Rv, op zes maanden na de datum van dit vonnis.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
In de procedure tussen Klustoppers en [gedaagde 1]
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt Klustoppers in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde 1], tot op heden vastgesteld op € 3.333,50;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In de procedure tussen Klustoppers en de VOF, [gedaagde 3] en [gedaagde 4]:
5.5.
veroordeelt de VOF, [gedaagde 3] en [gedaagde 4] om binnen een week na heden ieder gebruik van de woorden ‘Budget Verhuisservice’, ‘Budget Verhuis Service, ‘Budgetverhuisservice’ of ‘Budgetverhuis Service’ als handelsnaam, als domeinnaam en/of als (onderdeel van een) e-mailadres te staken en gestaakt te houden, zowel in Nederland als in enig medium gericht op Nederland, waaronder het internet, in schriftelijke stukken of mondeling, waaronder ook telefoon of chatgesprekken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of gedeelte van de dag dat zij geheel of gedeeltelijk met deze veroordeling in strijd handelen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 50.000,-;
5.6.
veroordeelt de VOF, [gedaagde 3] en [gedaagde 4] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Klustoppers begroot op € 3.440,43 aan proceskosten en op € 163,- aan nakosten zonder betekening dan wel op € 248,- aan nakosten in geval van betekening, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van voldoening;
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
stelt de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na de datum van dit vonnis;
5.9.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F. Brinkman en in het openbaar uitgesproken door mr. D. Nobel op 24 september 2021.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Handelsnaamwet
3.Burgerlijk Wetboek
4.Hoge Raad 19 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:269 (Doc Dairy partners / Dairy partners), r.o. 2.5.2
5.Hoge Raad 19 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:269 (Doc Dairy partners / Dairy partners), r.o. 2.9
6.Hoge Raad 19 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:269 (Doc Dairy partners / Dairy partners), r.o. 2.8.3
7.Het telefoonnummer is om privacy-redenen onzichtbaar gemaakt
8.Hoge Raad 11 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3554, r.o. 3.4.4. (Artiestenverloning)
9.Dit tarief is te raadplegen op www.rechtspraak.nl (Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken) en is van toepassing op kort geding zaken waarin op of na 1 februari 2021 vonnis wordt gewezen.