Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiseres en verzoekster] , eiseres en verzoekster (hierna: eiseres), V-nummer [V-nummer 1]
[kind]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan in de zaken NL21.11729 en NL21.11730, waarbij eiseres, een Nigeriaanse vrouw, haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Tijdens de zitting op 5 augustus 2021 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, en is de zaak behandeld.
De rechtbank heeft overwogen dat de verklaringen van eiseres over het doodschieten van een soldaat en de daaropvolgende problemen niet voldoende geloofwaardig zijn. Eiseres kon belangrijke details van het incident niet herinneren en haar verklaringen waren inconsistent. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet ten onrechte heeft geoordeeld dat de identiteit en nationaliteit van eiseres niet konden worden vastgesteld, mede omdat zij gebruik heeft gemaakt van aliassen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de afwijzing van de asielaanvraag als kennelijk ongegrond terecht was en dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en verweerder niet verplicht om proceskosten te vergoeden.