Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam 1], verzoekster,
[naam 2],
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J. van Raak, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat haar asielaanvraag als kennelijk ongegrond had afgewezen. Het bestreden besluit dateert van 9 april 2021.
De zitting vond plaats op 6 mei 2021 in Breda, waar verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk, N. Al Wandawi. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL21.5461).
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.