ECLI:NL:RBDHA:2021:1098
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toegang tot Nederland geweigerd aan Servische verzoekster wegens coronamaatregelen en administratief beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2021 uitspraak gedaan in een administratief beroep van een Servische verzoekster die de toegang tot Nederland was geweigerd. De verzoekster had op 31 januari 2021 een besluit ontvangen waarin haar toegang tot Nederland werd ontzegd, met een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd op basis van de Vreemdelingenwet. De verzoekster heeft administratief beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om de toegangsweigering op te schorten, omdat zij op 8 februari 2021 wilde trouwen met haar verloofde in Nederland.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het administratief beroep geen redelijke kans van slagen heeft. De weigering was gebaseerd op artikel 14 van de Schengengrenscode, omdat de verzoekster werd beschouwd als een gevaar voor de openbare orde en de binnenlandse veiligheid. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitzonderingsregeling voor langeafstandsgeliefden per 23 januari 2021 was opgeschort, en dat dit voldoende was gecommuniceerd via de app van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de website van de Rijksoverheid. De verzoekster had niet gecontroleerd of de regeling nog van toepassing was, wat voor haar rekening en risico kwam.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.