ECLI:NL:RBDHA:2021:1098

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
AWB 21/765
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot Nederland geweigerd aan Servische verzoekster wegens coronamaatregelen en administratief beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2021 uitspraak gedaan in een administratief beroep van een Servische verzoekster die de toegang tot Nederland was geweigerd. De verzoekster had op 31 januari 2021 een besluit ontvangen waarin haar toegang tot Nederland werd ontzegd, met een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd op basis van de Vreemdelingenwet. De verzoekster heeft administratief beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om de toegangsweigering op te schorten, omdat zij op 8 februari 2021 wilde trouwen met haar verloofde in Nederland.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het administratief beroep geen redelijke kans van slagen heeft. De weigering was gebaseerd op artikel 14 van de Schengengrenscode, omdat de verzoekster werd beschouwd als een gevaar voor de openbare orde en de binnenlandse veiligheid. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitzonderingsregeling voor langeafstandsgeliefden per 23 januari 2021 was opgeschort, en dat dit voldoende was gecommuniceerd via de app van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de website van de Rijksoverheid. De verzoekster had niet gecontroleerd of de regeling nog van toepassing was, wat voor haar rekening en risico kwam.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/765

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 februari 2021 in de zaak tussen

[verzoekster] , geboren op [1994] , van Servische nationaliteit, verzoekster
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.H.K. van Middelkoop),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.R. Vink).

Procesverloop

Bij besluit van 31 januari 2021 (het bestreden besluit) is verzoekster de toegang tot Nederland geweigerd en is aan haar een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Vreemdelingenwet opgelegd.
Verzoekster heeft tegen dit besluit op 5 februari 2021 administratief beroep ingesteld bij verweerder. Daarnaast heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die ertoe strekt dat de toegangsweigering wordt opgeschort hangende het administratief beroep tegen de toegangsweigering, en dat zij niet op 7 februari 2021 om [tijd] uur met vluchtnummer [vluchtnummer] naar [plaats], Servië, wordt uitgezet.
De voorzieningenrechter heeft het onderzoek op 5 februari 2021 gesloten.
Omdat onverwijlde spoed dat vereist, is een zitting achtwege gebleven.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter beoordeelt of het administratieve beroep van verzoekster een redelijke kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter geeft daarbij een voorlopig oordeel over de zaken. Als deze zaak in beroep wordt voorgelegd aan de rechtbank, hoeft de rechtbank het oordeel van de voorzieningenrechter niet per se te volgen. De voorzieningenrechter neemt spoedeisend belang aan omdat verzoekster reeds sinds 31 januari 2021 in het detentiecentrum in [woonplaats] verblijft.
2. Verweerder heeft verzoekster, afkomstig uit Servië, de toegang geweigerd op grond van artikel 14, eerste lid, van de Verordening (EU) 2016/399 (de Schengengrenscode) omdat zij wordt beschouwd als een gevaar voor de openbare orde en de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten van de Europese Unie.
3. Verzoekster voert aan dat zij eerder gebruik heeft gemaakt van de regeling lange afstandsgeliefden in december 2019, maart 2020 en oktober 2020. Verzoekster dacht dat het nog steeds gold en wil op 8 februari 2021 trouwen met haar verloofde in Nederland. Bij aankomst op de luchthaven Eindhoven bleek dat de uitzonderingsregeling per 23 januari 2021 is komen te vervallen. Dat de regeling is komen te vervallen is niet direct zichtbaar op de app van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit had duidelijker gecommuniceerd moeten worden. Verzoekster was niet van op de hoogte van de wijziging. Daarnaast is verzoekster in het bezit van twee negatieve coronatesten. De grondslag is daarmee aan de toegangsweigering komen te ontvallen.
4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het administratief beroep tegen de toegangsweigering geen redelijke kans van slagen heeft. Verweerder heeft in het verweerschrift terecht het standpunt ingenomen dat de uitzonderingscategorie “Buitenlandse partners in het kader van de Lange afstandsregeling geliefden” per 23 januari 2021 is opgeschort. Uit het dossier volgt dat dit niet direct zichtbaar is in de app, maar dat men daarvoor moet doorzoeken in de app. Daarmee staat vast dat het wel via de app is gecommuniceerd. Daarnaast staat dit ook duidelijk vermeld op de website van Rijksoverheid. Daar staat immers dat de uitzondering van (onder andere) buitenlandse partners in het kader van de regeling langeafstandsgeliefden is opgeschort. Verder staat er: ‘Reizigers die onder deze categorieën vallen worden dus niet meer uitgezonderd van het EU inreisverbod en mogen niet naar Nederland reizen, tenzij zij vóór
23 januari al een bewijs van toestemming hebben ontvangen om voor hun reisdoel naar Nederland te reizen.’ [1] Deze regeling is ingegeven door de grote zorgen die bestaan om de Britse variant van het coronavirus, die nog besmettelijker is dan de variant die al bekend is. Het is aan verzoekster om voordat zij op reis gaat (goed) te controleren of de uitzonderingscategorie nog steeds op haar van toepassing is. Nu zij dat niet heeft gedaan, komt dat voor haar rekening en risico. Niet gebleken is dat de informatie onvoldoende is gecommuniceerd of dat de informatie die in de app stond weergegeven niet in overeenstemming is met de informatie op de website www.rijksoverheid.nl. De omstandigheid dat verzoekster twee negatieve coronatests heeft, maakt het oordeel van de voorzieningenrechter niet anders.
5. Gelet op het voorgaande wijst de voorzieningenrechter het verzoek af.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, rechter, in aanwezigheid van
mr. A. Wilpstra-Foppen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
5 februari 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/reizen-en-vakantie/inreizen-doorreizen-nederland-en-het-eu-inreisverbod.