In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 september 2021 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers, die wonen aan de [laan] [huisnummer 1] in [woonplaats]. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten, waarin hen werd gelast om een aanbouw aan de achterzijde van hun woning ongedaan te maken. Dit besluit volgde op een handhavingsverzoek van een omwonende, die zich beklaagde over de zwarte Trespa platen die aan de rechterzijde van de aanbouw waren aangebracht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekers aan de last willen voldoen, maar dat de uitvoering wordt belemmerd door lopende geschillen met een omwonende en het gebrek aan medewerking van deze omwonende.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het in deze omstandigheden aangewezen is om de begunstigingstermijn te verlengen tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Dit betekent dat gedurende deze termijn geen dwangsom van € 5.000,- wordt verbeurd. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat verweerder het door verzoekers betaalde griffierecht van € 181,- moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van verzoekers moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 1.496,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.