6.2Ter plaatse geldt het bestemmingsplan ‘Laakwijk/Schipperskwartier’. Het in geding zijnde perceel heeft de enkelbestemming “Wonen” en de dubbelbestemming “Waarde-Cultuurhistorie”.
De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn op grond van artikel 19.1 van de planregels bestemd voor woningen en parkeervoorzieningen, een en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, tuinen en erven, paden, groen, water en overige voorzieningen.
Op grond van artikel 19.2.1, aanhef en onder c, van de planregels mag de goot-, en/of bouwhoogte van de gebouwen niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangeven.
In dit geval 10 respectievelijk 14 meter.
In artikel 19.2.1, aanhef en onder d, van de planregels is bepaald dat op het dakvlak van het hoofdgebouw met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - extra bouwlaag' onder voorwaarden een extra bouwlaag en terras gebouwd mag worden.
Op de verbeelding is bij het in geding zijnde perceel die aanduiding niet vermeld.
Op grond van artikel 19.2.1, aanhef en onder e, van de planregels is het bouwen van dakkapellen op een naar de weg of openbaar groen gekeerd dakvlak niet toegestaan.
Volgens verweerder voldoet de aanvraag niet aan artikel 19.2.1, aanhef en onder e, van de planregels.
Op grond van artikel 19.4, onder a, ten eerste, van de planregels kunnen burgemeester en wethouders met inachtneming van het bepaalde in lid 28.3 ontheffing verlenen van lid 19.2.1, onder e, voor het bouwen van dakkapellen op een naar de weg of openbaar groen gekeerd dakvlak, mits de dakkapel niet onevenredig afbreuk doet aan het gemeentelijk beschermd stadsgezicht als bedoeld in lid 23.1, gelet op:
- het bestaande beeld van dakkapellen en dakvlakken op blokniveau;
- de maatverhoudingen;
- de positie op het dakvlak.
In artikel 28.3 van de planregels is bepaald dat burgemeester en wethouders uitsluitend ontheffing verlenen indien:
- er geen afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarde(n) als bedoeld in lid 23.1;
- de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende opstallen niet onevenredig worden geschaad;
- een bouwplan in stedenbouwkundig opzicht past in de omgeving, mede gelet op de situering, kapvorm en hoogtedifferentiatie;
- op andere gronden dan die waarop de aanvraag betrekking heeft niet een situatie ontstaat die in strijd is met bij of krachtens de wet voorgeschreven bepalingen en/of met de regels van dit plan.