Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2021 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van de asielaanvraag van eiser, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder is aangemerkt. Eiser had op 9 juli 2021 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van de staatssecretaris heeft de zaak vertegenwoordigd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken, zoals blijkt uit een bericht van de staatssecretaris van 6 september 2021. De gemachtigde van eiser heeft op 21 september 2021 aangegeven dat hij sinds 16 juli 2021 geen contact meer heeft gehad met eiser en niet weet waar hij verblijft. De rechtbank heeft op basis van vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State geconcludeerd dat wanneer een vreemdeling die asiel heeft aangevraagd Nederland verlaat zonder zijn verblijfplaats te melden, er vanuit moet worden gegaan dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht.
Aangezien eiser geen recent contact heeft gehad met zijn gemachtigde en er geen aanwijzingen zijn dat hij nog steeds asiel in Nederland wenst, heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenverdeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.