ECLI:NL:RBDHA:2021:11139

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
13 oktober 2021
Zaaknummer
NL21.11524
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige identiteit en gedwongen huwelijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 september 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Guinese vrouw, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiseres haar identiteit niet aannemelijk kon maken en haar asielrelaas ongeloofwaardig werd geacht. Eiseres heeft in haar asielaanvraag gesteld dat zij in juni 2018 gedwongen is uitgehuwelijkt en dat zij door haar man is mishandeld. Tevens heeft zij verklaard dat zij moest deelnemen aan besnijdenissen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zittingen in augustus 2021, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en tolken.

De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat er geen aanleiding was voor het starten van een forensisch medisch onderzoek (FMO), omdat de medische informatie geen relevante aanwijzingen bood voor de beoordeling van de asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in verschillende landen onder verschillende identiteiten geregistreerd staat, wat bijdraagt aan de twijfels over haar identiteit. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiseres niet in aanmerking komt voor een reguliere vergunning of uitstel van vertrek, en heeft het beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de twijfels over de identiteit van eiseres aan haarzelf te wijten zijn, en dat de verklaringen over het gedwongen huwelijk en de besnijdenissen niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris als rechtmatig beoordeeld, en eiseres heeft geen recht op een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.11524

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres, V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. K. Logtenberg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. van der Zijde en mr. L.J.L. Leijtens).

ProcesverloopBij besluit van 9 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL21.11525, op 12 augustus 2021 op zitting behandeld. Eiseres en haar gemachtigde zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens is verschenen O. Diallo, tolk. De rechtbank heeft de zaak aangehouden.
De rechtbank heeft de behandeling van het beroep, tezamen met de zaak NL21.11525, op
19 augustus 2021 op zitting hervat.De gemachtigde van eiseres is verschenen. Eiseres heeft middels een telefonische verbinding aan de zitting deelgenomen. Als tolk, middels een videoverbinding, is verschenen M.A. Diallo. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1995 en heeft de Guinese nationaliteit. Zij heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij in juni 2018 gedwongen is uitgehuwelijkt. Zij werd door haar man mishandeld. Verder moest zij tegen haar wil besnijdenissen gaan uitvoeren. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen is zij na drie weken te hebben samengewoond met haar man bij hem weggegaan.
2. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Gedwongen huwelijk in juni 2018;
3. Eiseres moest besnijdenissen gaan uitvoeren.
Verweerder vindt het eerste relevante element deels geloofwaardig. Verweerder gelooft haar verklaringen over haar nationaliteit en herkomst, maar niet over haar identiteit en leeftijd. Eiseres staat in verschillende lidstaten onder twee verschillende achternamen en met drie verschillende geboortedata geregistreerd. Nu eiseres zelf de twijfel rondom haar identiteit heeft veroorzaakt, wordt haar identiteit niet geloofd. Ook wordt niet geloofd dat eiseres niet in het bezit is geweest van een identiteitsdocument.
Het tweede en derde relevante element vindt verweerder ook niet geloofwaardig. Verweerder ziet geen aanleiding om een Forensisch Medisch Onderzoek (FMO) te starten. Van de gestelde trauma’s, littekens en verwondingen is niet gebleken. In de gehoren is rekening gehouden met de behoeften van eiseres. De verklaringen van eiseres over haar uithuwelijking zijn ongeloofwaardig. Zij heeft het huwelijk niet met documenten onderbouwd. Verder heeft zij verklaard dat zij eerder haar echtgenoot zelf kon kiezen, weet ze weinig over de man aan wie ze zou zijn uitgehuwelijkt en heeft zij niet geloofwaardig gemaakt dat zij dacht dat haar eerste man overleden was. Nu haar verklaringen over de uithuwelijking niet worden geloofd, doet dit ook afbreuk aan de geloofwaardigheid van haar verklaringen dat zij de besnijdenistaken van de eerste vrouw van haar nieuwe echtgenoot moest overnemen. Daarbij heeft zij niet in overeenstemming met de beschikbare algemene en specifieke informatie afkomstig uit openbare bronnen verklaard. Eiseres komt niet in aanmerking voor een reguliere vergunning of uitstel van vertrek. De asielaanvraag van eiseres is afgewezen als kennelijk ongegrond, nu zij verweerder heeft misleid over haar identiteit en het hebben van identiteitsdocumenten.
Waarom is eiseres het niet eens met het bestreden besluit?
3. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte geen FMO heeft gestart. Eiseres is bijzonder kwetsbaar en getraumatiseerd. Dat verweerder haar geboortedatum niet gelooft is excessief formalisme. Verweerder kan de kopieën van haar paspoort en geboorteakte opvragen bij de ambassade in Senegal, aangezien zij daar een aanvraag tot gezinshereniging heeft ingediend. Verder heeft verweerder het beginsel van ‘equality of arms’ geschonden door de dossiers van de gezinsherenigingsaanvragen van eiseres niet te overleggen. Ten onrechte is het gedwongen huwelijk ongeloofwaardig bevonden. Het overgelegde huwelijkscertificaat toont het huwelijk aan. Ook heeft eiseres wel in overeenstemming met de informatie uit openbare bronnen verklaard. In haar familie wordt al generaties lang besneden. Bovendien kon zij het besnijden niet weigeren aangezien zij te maken had met een agressieve echtgenoot en familiedreigingen. Tot slot is de aanvraag van eiseres ten onrechte kennelijk ongegrond verklaard, nu zij wel de juiste informatie over haar identiteit heeft verstrekt.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
FMO
4. Verweerder kan op grond van artikel 18 van de Procedurerichtlijn een forensisch medisch onderzoek (FMO) opstarten als hij dat relevant acht voor de beoordeling van een verzoek om internationale bescherming. In het beleid van verweerder, neergelegd in paragraaf C1/4.4.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc), is opgenomen welke omstandigheden verweerder betrekt bij het bepalen of een medisch onderzoek relevant is voor onderzoek naar aanwijzingen van vroegere vervolging of ernstige schade.
5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat hij geen FMO hoefde op te starten omdat het FMMU en de overige medische informatie daartoe geen aanleiding gaf. Uit het medisch advies van het FMMU [1] blijkt dat eiseres stelt hoofdpijnklachten te hebben en geen littekens. Dit in tegenstelling tot de verklaring van eiseres in haar zienswijze dat zij wel littekens en verwondingen zou hebben. Verder blijkt uit het FMMU advies niet dat eiseres niet gehoord kon worden. Uit het verslag van het nader gehoor blijkt dat de hoormedewerker rekening heeft gehouden met de emoties en behoeften van eiseres. Eiseres heeft tijdens het tweede deel van het nader gehoor, weliswaar geëmotioneerd, haar verhaal kunnen doen. Daarbij maakte eiseres volgens verweerder geen verwarde indruk. Daarnaast blijkt uit het overgelegde patiëntdossier dat de psychische klachten van eiseres vooral het gevolg zijn van haar miskraam en het gegeven dat zij, door de uitzetting van haar eerste man, opnieuw van hem gescheiden is. Ook bij de eerste zitting bij de rechtbank is eiseres erg geëmotioneerd, maar bij de tweede zitting was eiseres een stuk kalmer en heeft zij enige toelichting kunnen geven.
Equality of arms
6. Voorts betoogt eiseres dat verweerder het beginsel van ‘equality of arms’ heeft geschonden omdat de dossiers van de gezinsherenigingsprocedure van haar broer, zus en moeder niet zijn overgelegd. De rechtbank volgt eiseres niet in dit betoog. Deze procedure gaat om de asielaanvraag van eiseres en is het aan haar om haar asielrelaas aannemelijk te maken. Niet is gebleken dat verweerder informatie uit de gezinsherenigingsprocedures bij de beoordeling van haar asielaanvraag heeft betrokken, waardoor het niet overleggen van de dossiers in strijd met het beginsel van ‘equality of arms’ zou zijn. Bovendien heeft verweerder op zitting toegelicht dat hij omwille van de privacy niet zomaar dossiers van anderen mag overleggen.
Identiteit
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres haar identiteit niet aannemelijk heeft gemaakt. De twijfels rondom haar identiteit zijn aan eiseres zelf te wijten. Zij heeft in Duitsland en Frankrijk visumaanvragen ingediend met andere identiteitsgegevens dan die zij in Nederland heeft opgegeven. De stelling dat zij de visumaanvragen niet zelf heeft gedaan, volgt de rechtbank niet. Eiseres stelt in het bezit te zijn geweest van een paspoort. Zoals verweerder in het bestreden besluit heeft gesteld, volgt uit het Ambtsbericht dat paspoorten die na februari 2014 zijn aangevraagd, biometrische paspoorten betreffen. Hierbij moet onder meer een kopie van de geboorteakte en een gecertificeerde kopie van een nationale identiteitskaart worden overgelegd. Gelet hierop volgt verweerder eiseres niet in haar stelling dat zij geen identiteitsdocumenten heeft. Zoals verweerder verder ter zitting heeft toegelicht, dient men bij een visumaanvraag een paspoort te overleggen, zodat ervan uit mag worden gegaan dat eiseres dit zelf heeft aangevraagd. De stelling dat verweerder haar ware identiteitsgegevens weet en dat hij een kopie van haar paspoort en geboorteakte bij de ambassade in Senegal kan opvragen, volgt de rechtbank evenmin. Het is aan eiseres om haar identiteit aannemelijk te maken. Niet is gebleken dat zij heeft geprobeerd om zelf contact op te nemen met de ambassade in Senegal.
Gedwongen huwelijk
8. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat het tweede relevante element over het gedwongen huwelijk ongeloofwaardig is. Daarbij heeft verweerder van belang mogen achten dat eiseres weinig van haar gestelde echtgenoot en zijn andere vrouwen weet. Verder heeft verweerder het vreemd mogen vinden dat eiseres heeft verklaard dat zij haar eerdere partners, een vriend en vervolgens haar eerste echtgenoot, zelf mocht kiezen, maar tevens stelt later alsnog tegen haar wil te zijn uitgehuwelijkt. Verder heeft verweerder het ongeloofwaardig mogen vinden dat iedereen dacht dat haar eerste echtgenoot overleden was. Zo heeft eiseres vage verklaringen afgelegd op de vraag van wie zij zou hebben vernomen dat hij was overleden. In dat kader is het verder opvallend dat eiseres in november 2016 een visum heeft aangevraagd voor Duitsland, waar haar man rond die tijd verbleef. Daarnaast heeft verweerder het ongerijmd kunnen vinden dat eiseres enerzijds heeft verklaard dat zij niet opnieuw wilde trouwen tot zij absoluut zeker zou weten dat haar eerste man dood was. Anderzijds heeft zij ook verklaard dat zij weer aan het daten was, wat de reden vormde voor haar familie om haar uit te huwelijken. De in beroep overgelegde huwelijksakte, leidt niet tot een ander oordeel. Zoals verweerder heeft gesteld kan er in Guinee geen religieus huwelijk worden voltrokken zonder dat er eerst een burgerlijk huwelijk is voltrokken. Eiseres heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat een burgerlijk huwelijk heeft plaatsgevonden. Ook heeft ze daarover niet verklaard.
Besnijdenissen
9. Verweerder heeft verder het derde relevante element niet ten onrechte ongeloofwaardig bevonden. Nu niet wordt geloofd dat eiseres is uitgehuwelijkt, wordt daarmee ook afbreuk gedaan aan haar verklaringen over de besnijdenistaken die zij van de eerste vrouw vaan haar gestelde echtgenoot moest overnemen. Daarnaast heeft verweerder niet ten onrechte van belang geacht dat de verklaringen van eiseres niet overeenkomen met het Thematisch Ambtsbericht [2] . Zij heeft verklaard dat zij de besnijdenistaken van de eerste vrouw van haar gestelde echtgenoot moest overnemen. Uit het Thematisch Ambtsbericht blijkt echter dat besnijdenistaken overgaan van moeder op dochter, grootmoeder op kleindochter of tante op nicht. Daarnaast dient de vrouw die de besnijdenistaken overneemt in de jaren daarvoor te assisteren bij besnijdenissen om het vak te leren. Verweerder heeft het ongerijmd kunnen vinden dat eiseres heeft verklaard dat zij besnijdenistaken moest gaan uitvoeren terwijl zij nog nooit heeft geassisteerd bij besnijdenissen. Daarbij heeft verweerder het vreemd mogen vinden dat zij weinig weet over de werkzaamheden van een besnijdster en niet weet welke vormen van besnijden er zijn.
Kon verweerder de aanvraag afwijzen als kennelijk ongegrond?
10. Op grond van artikel 30b, eerste lid, onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) kan verweerder een asielaanvraag afwijzen als kennelijk ongegrond als de vreemdeling de Minister heeft misleid over zijn of haar identiteit. In paragraaf C2/7.3 van de Vc is bepaald wanneer van misleiden in ieder geval sprake is.
10.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de aanvraag kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond omdat eiseres onjuiste gegevens heeft verstrekt over haar identiteit. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiseres in 2016 een visum voor Duitsland heeft aangevraagd, waarbij zij een andere geboortedatum heeft opgegeven dan bij haar asielaanvraag in Nederland. Voor de visumaanvraag heeft zij een paspoort moeten overleggen. Eiseres heeft haar paspoort niet bij haar asielaanvraag overgelegd. Daarbij heeft eiseres ook in Frankrijk een visumaanvraag gedaan met een andere naam en geboortedatum. Op grond daarvan heeft verweerder kunnen oordelen dat eiseres onjuiste gegevens heeft verstrekt en achtergehouden over haar identiteit en haar aanvraag kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond.
Conclusie
11. Eiseres komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw.
12. Het beroep is ongegrond.
13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, rechter, in aanwezigheid van
mr.F.E.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Forensisch Medische Maatschappij Utrecht.
2.Thematisch Ambtsbericht Guinee Female Genital Mutilation van mei 2020.