ECLI:NL:RBDHA:2021:11192
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van een maatregel van bewaring, opgelegd aan eiser door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Iraanse nationaliteit, heeft op 9 augustus 2021 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op 11 oktober 2021 behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig is bevonden tot het sluiten van het onderzoek op 23 augustus 2021. Eiser heeft aangevoerd dat de voortduren van de maatregel onrechtmatig is, omdat verweerder onvoldoende voortvarend aan de uitzetting werkt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld, ondanks de fouten die zijn gemaakt bij het terugnameverzoek aan de Italiaanse autoriteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vertraging in de overdracht niet aan verweerder kan worden verweten en dat de handelingen van verweerder in overeenstemming zijn met de geldende regelgeving.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J.M.E. Kessels, rechter, en is openbaar gemaakt op 12 oktober 2021. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.