ECLI:NL:RBDHA:2021:11254

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
15 oktober 2021
Zaaknummer
AWB 21/354 en AWB 21/355
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verblijfsvergunningen voor verblijf bij referent en gezinsleden

Op 15 oktober 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken AWB 21/354 en AWB 21/355, waarbij het beroep van de referent ongegrond is verklaard. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de referent tot wijziging van de verblijfsvergunning naar verblijf als familie- of gezinslid mocht afwijzen. De referent, die de echtgenoot is van eiseres, had verzocht om wijziging van zijn verblijfsvergunning, maar deze aanvraag werd afgewezen. De rechtbank stelde vast dat de aanvragen van de eisers, die verblijfsvergunningen voor verblijf bij hun moeder, eiseres, wilden verlengen, ook ongegrond waren, omdat de aanvraag van de referent was afgewezen. De rechtbank heeft de beroepen op 23 september 2021 behandeld, waarbij zowel eiseres als de eisers aanwezig waren, bijgestaan door hun gemachtigden. De rechtbank concludeerde dat er geen andere gronden waren ingediend door de eisers en eiseres, waardoor de afwijzing van hun aanvragen gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/354 en AWB 21/355

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2021 in de zaak tussen

[eiseres], eiseres, V-nummer: [V-nummer 1],

[eiser 1]en
[eiser 2], eisers, V-nummers: [V-nummer 2] en [V-nummer 3]
(gemachtigde: mr. A. Orhan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. Wesenbeek).

Procesverloop

In het besluit van 23 juni 2020 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het wijzigen van de verblijfsvergunning naar het doel verblijf als familie- of gezinslid bij [referent] (referent) afgewezen. In besluit van dezelfde dag heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlengen van hun verblijfsvergunningen afgewezen.
In de besluiten van 28 december 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de bezwaren van eiseres en eisers ongegrond verklaard.
Eiseres en eisers hebben tegen de bestreden besluit beroepen ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de beroepen op 23 september 2021 op zitting behandeld, tegelijk met het beroep met zaaknummer AWB 21/352. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook is verschenen [referent], echtgenoot van eiseres, tevens referent.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres wil verblijven bij haar echtgenoot, referent. Eisers hebben een aanvraag ingediend om hun verblijfsvergunningen voor verblijf bij hun moeder, eiseres, te verlengen. Verweerder heeft de aanvragen afgewezen omdat de aanvraag van referent is afgewezen.
Wat vinden eisers en verweerder in beroep?
2. Eisers en eiseres hebben in beroep dezelfde beroepsgronden ingediend als in de beroepsprocedure van referent. De rechtbank verwijst voor de inhoud hiervan naar het beroep met zaaknummer AWB 21/532.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
3. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep van referent ongegrond verklaard. De rechtbank is daarin van oordeel dat verweerder de aanvraag van referent heeft mogen afwijzen. Aangezien eisers en eiseres geen andere gronden hebben ingediend in hun beroepsprocedure, is de rechtbank van oordeel dat verweerder ook de aanvragen van eisers en eiseres heeft mogen afwijzen.
4. De beroepen zijn ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. N.Y. Majoor, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2021.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.