ECLI:NL:RBDHA:2021:11263

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
15 oktober 2021
Zaaknummer
AWB 21/352
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag wijziging verblijfsvergunning naar arbeid in loondienst op basis van onvoldoende solvabiliteit van kerkgenootschap

In deze zaak heeft eiser, een pastoor, een aanvraag ingediend om zijn verblijfsvergunning te wijzigen naar 'arbeid in loondienst'. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de continuïteit en solvabiliteit van het kerkgenootschap onvoldoende gewaarborgd zouden zijn. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 23 september 2021 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De rechtbank overweegt dat volgens de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000 een verblijfsvergunning alleen kan worden verleend als de solvabiliteit, continuïteit en betrouwbaarheid van de referent voldoende zijn gewaarborgd. Eiser betwistte de afwijzing en stelde dat de staatssecretaris geen duidelijke criteria had gegeven voor wat als een solvabele onderneming wordt beschouwd. Hij voerde aan dat de donaties aan het kerkgenootschap duurzaam zouden zijn en dat de staatssecretaris ten onrechte speculeerde over toekomstige financiële situaties.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid de aanvraag heeft kunnen afwijzen. De solvabiliteit van het kerkgenootschap was slechts 4,4%, wat onvoldoende is om aan de betalingsverplichtingen te voldoen, inclusief het loon van eiser. De rechtbank benadrukt dat het aan eiser is om aan te tonen dat het kerkgenootschap wel degelijk voldoende solvabel is, maar de toezeggingen van gemeenteleden bieden geen garantie voor toekomstige inkomsten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en geeft eiser de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag in te dienen met een betere onderbouwing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/352

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2021 in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. A. Orhan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. Wesenbeek).

Procesverloop

In het besluit van 23 juni 2020 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser voor het wijzigen van het doel van zijn verblijfsvergunning naar ‘arbeid in loondienst’ afgewezen.
In het besluit van 28 december 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 23 september 2021 op zitting behandeld, tegelijk met de beroepen met zaaknummers AWB 21/354 en AWB 21/355. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook is verschenen [A] , echtgenote van eiser.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser heeft een aanvraag ingediend voor het wijzigen van zijn verblijfsvergunning. Hij werkt als pastoor bij een kerkgenootschap. Voor de aanvraag heeft eiser een rapport van feitelijke bevindingen overgelegd omtrent de continuïteit en solvabiliteit van het kerkgenootschap. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat de continuïteit en solvabiliteit onvoldoende is gewaarborgd. De solvabiliteit is 4,4 %, wat volgens verweerder onvoldoende is. Eiser is het hier niet mee eens.
Wat zijn de regels?
2. De regels staan in de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb). In artikel 3.31, tweede lid, van het Vb staat dat een verblijfsvergunning slechts wordt verleend aan de vreemdeling die arbeid voor een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie verricht indien de solvabiliteit, continuïteit en betrouwbaarheid van de referent naar het oordeel van verweerder voldoende is gewaarborgd.
Wat vinden eiser en verweerder in beroep?
3. Eiser stelt dat artikel 3.31, tweede lid, van de Vb geen toelichting geeft van wat onder een solvabele onderneming kan worden verstaan. Er is geen vergelijkingsmateriaal en het doel van de onderneming heeft verweerder niet betrokken. Verweerder heeft een eigen afweging gemaakt zonder onderbouwing waarom de solvabiliteit onvoldoende is. Het salaris van eiser is duurzaam voldoende. Ten onrechte speculeert verweerder over toestanden die in de toekomst kunnen voorkomen. Eiser stelt dat de donaties aan het kerkgenootschap zich zullen voortzetten.
4. Verweerder heeft (ter zitting) gemotiveerd verweer gevoerd.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank stelt vast dat het doel van verweerder is om aan de hand van de solvabiliteit en continuïteit van een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie het voortbestaan van de instelling te toetsen. Hiervoor mag verweerder een eigen afweging maken. Voor het voortbestaan van een onderneming dient die onderneming in staat te zijn om aan de betalingsverplichtingen te voldoen, waaronder de betaling van loon. Een lage solvabiliteit betekent dat de onderneming weinig eigen vermogen heeft. Uit het eigen vermogen van de onderneming kunnen de kosten dan niet worden betaald.
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid de aanvraag heeft kunnen afwijzen omdat de solvabiliteit van het kerkgenootschap onvoldoende is gewaarborgd. Het eigen vermogen van het kerkgenootschap is 4,4% van de betalingsverplichtingen. Dit vermogen is te weinig om onder meer het loon van eiser voor een langere periode te betalen als de inkomsten wegvallen. Voor de inkomsten is het kerkgenootschap afhankelijk van donaties, leningen, subsidies en erfenissen, maar het kerkgenootschap is er niet van verzekerd wanneer en of deze inkomsten daadwerkelijk zullen worden ontvangen. Dit betekent dat er geen zekerheid van inkomsten is, waardoor verweerder, alles in samenhang gezien, in redelijkheid de solvabiliteit onvoldoende heeft kunnen achten.
7. De rechtbank overweegt dat het aan eiser is om aannemelijk te maken dat het kerkgenootschap wel voldoende solvabel is. De toezeggingen van gemeenteleden dat zij zullen doneren zijn hiervoor onvoldoende. Verweerder heeft eiser er terecht op gewezen dat de toekomstige inkomsten zijn gebaseerd op binnenkomende bijdrages van gemeenteleden, maar dat toezeggingen geen zekerheid bieden en er geen rekening wordt gehouden met tegenvallers aan de zijde van het kerkgenootschap of de donateurs. Door de lage solvabiliteit – het lage eigen vermogen – en omdat toezeggingen niet de gewenste zekerheid geven, dreigt een tekort en daarmee de voortgang van het kerkgenootschap.
Ter zitting heeft eiser naar voren gebracht dat, naast dat leden maandelijks een percentage betalen, er ook vaste betalingen van een kleine groep leden bij het kerkgenootschap binnenkomen. Zo ontvangt het kerkgenootschap 400 euro per maand van vier families. Dit standpunt kan niet leiden tot een ander oordeel. Eiser heeft dit niet eerder in de procedure naar voren gebracht en bovendien is dit standpunt niet onderbouwd. De rechtbank geeft aan eiser mee dat het hem vrij staat een nieuwe aanvraag in te dienen waarbij dit standpunt onderbouwd wordt.
8. Het beroep is ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. N.Y. Majoor, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2021
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.