Uitspraak
1.Verloop van de procedure
2.Beoordeling
eerstelid van artikel 354a Fw.
tweedelid van dat artikel.
Rechtbank Den Haag
Op 18 oktober 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenaar die verzocht om verkorting van de looptijd van de schuldsaneringsregeling. De schuldenaar was eerder, op 4 juli 2019, toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, waarbij mr. R.G.C. Veneman als rechter-commissaris was benoemd en de heer C.J. van der Linden als bewindvoerder. De schuldenaar diende op 14 juni 2021 een verzoek in tot verkorting van de regeling, maar de bewindvoerder had eerder aangegeven dat de schuldenaar niet in aanmerking kwam voor een verkorte regeling vanwege ontbrekende specificaties en nieuwe schulden. Tijdens de procedure werd duidelijk dat de schuldenaar nieuwe schulden had gemaakt, maar de rechtbank oordeelde dat deze schulden niet toerekenbaar waren aan de schuldenaar. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar niet verwijtbaar was voor het ontstaan van de nieuwe schulden en dat hij inmiddels maatregelen had getroffen om zijn financiële situatie te verbeteren. De rechtbank heeft het verzoek tot verkorting van de schuldsaneringsregeling toegewezen en de regeling beëindigd met een 'schone lei'. De vergoeding van de bewindvoerder werd vastgesteld op € 2.898,86, voor zover de boedel toereikend was.