Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 oktober 2021 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , te [woonplaats] , eisers
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Wijk en Woude Beheer B.V., te Den Haag (vergunninghoudster)
Procesverloop
Overwegingen
4. Tussen de woningen ligt op het perceel van [eiser 2] c.s. een overdekte poort. De poort is aan de kant van de openbare weg afgesloten met een deur. Tussen de achtererven van partijen bevindt zich, op de erfgrens, een muur. Aan het einde van de poort, gezien vanaf de openbare weg, zit in de muur een opening met een houten deur. Deze houten deur bevindt zich hier in ieder geval al vanaf 1991 en uitsluitend [A] heeft een sleutel hiervan. Op het achtererf van nummer [huisnummer 1] lagen in het verleden een 'beerput' (kort gezegd: een put waarin uitwerpselen opgevangen kunnen worden) en een ‘Nortonwel’ (kort gezegd: een waterbron die is aangelegd door het slaan van een pijp in de grond tot een watervoerende laag is bereikt). Zowel de beerput als de Nortonwel zijn er niet meer. (…) Als aanvulling hierop heeft het hof onderstaande schets vervaardigd (niet op schaal).”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder aan eisers het betaalde griffierecht van € 174,-- vergoedt.