ECLI:NL:RBDHA:2021:11483

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
21 oktober 2021
Zaaknummer
NL20.14064
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van geloofwaardigheid van verklaringen over bedreigingen en politieke activiteiten in Colombia

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Colombiaanse vrouw, had op 20 september 2018 een asielaanvraag ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 8 juli 2020 was afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een aanhouding vanwege een misverstand met de tolk. Tijdens de zitting op 7 oktober 2021 heeft eiseres haar verklaringen over haar identiteit, nationaliteit en maatschappelijke activiteiten als docent toegelicht. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen over de problemen die eiseres zou hebben ondervonden met de gewapende groepen Águilas Negras, Marcha Patriotica en Colombia Humana niet geloofwaardig waren. Eiseres had niet overtuigend aangetoond dat zij daadwerkelijk bedreigd was vanwege haar politieke activiteiten of haar rol als docent. De rechtbank concludeerde dat de incidenten die eiseres had beschreven niet direct aan haar konden worden gekoppeld en dat haar verklaringen inconsistent waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees een proceskostenveroordeling af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.14064

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam] eiseres

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Y. Rikken).

ProcesverloopBij besluit van 8 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting zou op 29 juli 2021 plaatsvinden in Breda. Namens verweerder was mr. J. Visschers aanwezig. Eiseres en haar gemachtigde zijn ook verschenen. De tolk bleek zich echter per abuis bij deze rechtbank, zittingsplaats Groningen, te hebben gemeld. De rechtbank heeft het beroep daarom aangehouden en besloten een nieuwe zitting te plannen.
De rechtbank heeft het beroep op 7 oktober 2021 in Breda op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen E. Fernandez. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [Naam] 1986 en bezit de Colombiaanse nationaliteit. Op 20 september 2018 heeft zij een asielaanvraag ingediend in Nederland.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de aanvraag afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31 van de Vw. [1] De verklaringen van eiseres over haar identiteit, nationaliteit en herkomst en over haar sociale en maatschappelijke activiteiten als docent heeft verweerder geloofwaardig geacht. Verweerder acht echter niet geloofwaardig dat eiseres problemen heeft ondervonden met
Águilas Negrasvanwege haar functie als docent of vanwege haar maatschappelijke activiteiten. Ook de verklaringen van eiseres over haar werkzaamheden voor de beweging
Marcha Patrioticaen de politieke partij
Colombia Humanaworden niet geloofwaardig geacht.
3. Eiseres heeft hiertegen aangevoerd dat verweerder ten onrechte tegenwerpt dat zij tegenstrijdig heeft verklaard over het logo van
Águilas Negras. Uit de door haar overgelegde screenprints en informatie van Vluchtelingenwerk blijkt dat deze organisatie niet altijd gebruik maakt van hetzelfde logo. Ook stelt eiseres het gerechtvaardigd vermoeden te hebben dat de ontvangen rouwkaart afkomstig was van
Águilas Negras, nu zij in het profiel past van personen die door hen bedreigd worden. Bovendien is haar naam vermeld op deze kaart, zodat dit een gerichte bedreiging aan haar adres was. Ook van de beroving was zij geen willekeurig slachtoffer maar een specifiek doelwit, gelet op het feit dat haar naam en beroep daarbij werden genoemd. Zij legt foto’s over van de locatie van de explosie ten opzichte van haar woning en het politiebureau en stelt dat dit in samenhang met de hiervoor genoemde incidenten beoordeeld moet worden. Verder wijst eiseres op de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem, van 20 september 2018 [2] en stelt dat haar zaak hiermee vergelijkbaar is. Tot slot heeft eiseres brieven overgelegd van personen die bevestigen dat zij maatschappelijk werk heeft verricht en dat zij lid was van
Colombia Humana.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Eiseres heeft tijdens het nader gehoor desgevraagd het logo van
Águilas Negrasomschreven als de afbeelding van een adelaar. [3] Even later omschrijft zij het logo als een cirkel met daaromheen de naam van de organisatie. [4] Tot slot verklaart zij dat zij eerder heeft gezegd dat het logo een adelaar was, maar dat zij nu denkt dat het om twee wapens gaan die elkaar kruisen. [5] Uit die laatste opmerking blijkt dat zij zichzelf corrigeert; zij geeft niet aan dat
Águilas Negrasmeerdere logo’s zou gebruiken en dat deze drie omschrijvingen daar voorbeelden van vormen. Het had op haar weg gelegen om dit tijdens het nader gehoor duidelijk te maken. Verweerder heeft dan ook terecht aan eiseres tegengeworpen dat zij wisselend en tegenstrijdig heeft verklaard over het logo van deze organisatie.
5. Naar het oordeel van de rechtbank stelt verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt dat de incidenten waarover eiseres heeft verklaard niet direct in verband kunnen worden gebracht met
Águilas Negras. Eiseres heeft haar vermoeden dat de rouwkaart afkomstig was van deze organisatie niet aannemelijk gemaakt. Uit de landeninformatie waar verweerder in het bestreden besluit naar verwijst [6] blijkt voorts dat berovingen en explosies vaak voorkomen in Colombia. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze incidenten tegen haar persoonlijk gericht waren, noch dat
Águilas Negrashierachter zat. Verweerder wijst er daarbij terecht op dat eiseres niet heeft kunnen uitleggen waarom zij pas in de zienswijze stelt dat tijdens de beroving haar naam en beroep werden genoemd.
De door eiseres overgelegde verklaringen van [Naam 2] [7] leiden niet tot een ander oordeel. Hij stelt wel dat in Colombia doodsbedreigingen worden geuit aan het adres van mensen die in de samenleving een voortrekkersrol vervullen, maar daarmee is nog niet aangetoond dat dit ook bij eiseres aan de orde zou zijn.
Verweerder heeft de door eiseres gestelde problemen met
Águilas Negrasdan ook niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht.
6. Eiseres stelt ook dat zij werkzaamheden heeft verricht voor
Marcha Patrioticaen
Colombia Humana, maar desgevraagd kan zij de belangrijkste kenmerken van deze organisaties niet noemen. Zij weet niet hoeveel leden de organisaties tellen, wie de belangrijkste leden zijn en welke belangrijke leden zijn vermoord. Dit valt niet te rijmen met de verklaring dat zij voor
Marcha Patrioticanieuws heeft verspreid via Facebook, juist zoals wanneer iemand werd vermoord. [8]
De door eiseres in beroep overgelegde brief van de nationaal coördinator van
Colombia HumanaAlfonso Cabrera dateert van 10 augustus 2020. Eiseres heeft niet kunnen verklaren waarom zij die brief niet eerder heeft overgelegd. Daarnaast wordt in de brief verklaard dat eiseres actief lid was van de partij: zij zou leiding hebben gegeven aan projecten en acties en zij zou in Ipiales en Pasto maatschappelijk leider en cultureel manager zijn geweest. Dit strookt echter niet met de verklaringen die eiseres zelf heeft afgelegd over haar activiteiten voor
Colombia Humana. In het nader gehoor geeft zij immers aan dat zij geen actief lid was, alleen ondersteunend. Zij ging naar vergaderingen en hing spandoeken op. [9] Verweerder stelt terecht dat deze tegenstrijdigheid afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiseres over haar lidmaatschap van en activiteiten voor deze partij.
Verweerder heeft daarom ook de verklaringen van eiseres over haar werkzaamheden voor
Marcha Patrioticaen
Colombia Humananiet ten onrechte niet geloofwaardig geacht. De situatie in de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem, waarnaar eiseres verwijst is niet gelijk aan de situatie van eiseres, nu verweerder in die zaak wel geloofwaardig had geacht dat de betrokkene actief was voor
Colombia Humanaen om die reden bedreigingen had ontvangen. De verwijzing naar die uitspraak treft dan ook geen doel.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr.A.J.J. Sterks, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Zaaknummer NL18.15555.
3.P. 11 van het rapport van het nader gehoor.
4.P. 15 van het rapport van het nader gehoor.
5.P. 24 van het rapport van het nader gehoor.
6.Crime & Safety Report Colombia 2020 en 2019 Country Reports on Human Rights Practices: Colombia.
7.Hij ondertekent zijn brief van 8 augustus 2020 met ‘Journalist, Directeur van de uitzending
8.P. 22 van het rapport van het nader gehoor.
9.P. 22 van het rapport van het nader gehoor.