ECLI:NL:RBDHA:2021:11501
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na afdoening beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een asielzoeker met een V-nummer, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, gedateerd op 22 oktober 2020, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl de zitting samen met een andere zaak (NL20.18762) op 29 december 2020 heeft plaatsgevonden.
De voorzieningenrechter overwoog dat in de uitspraak van dezelfde dag, betreffende zaaknummer NL20.18762, al op het beroep was beslist. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Daarnaast werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.