ECLI:NL:RBDHA:2021:1152
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens gebrek aan contact met eiser
Op 7 januari 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had op 1 december 2020 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is samen met zijn gemachtigde niet verschenen op de zitting die plaatsvond op 7 januari 2021 in Breda. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Tijdens de zitting heeft de rechtbank vastgesteld dat de eiser op 28 december 2020 met onbekende bestemming is vertrokken en dat zijn gemachtigde op 5 januari 2021 heeft meegedeeld dat er na het indienen van de beroepsgronden op 9 december 2020 geen contact meer is geweest met de eiser. De rechtbank concludeert hieruit dat de eiser geen prijs meer stelt op de beoordeling van zijn beroep, wat leidt tot de conclusie dat hij geen belang meer heeft bij de asielrechtelijke bescherming in Nederland.
De rechtbank heeft daarom het beroep van de eiser niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.