ECLI:NL:RBDHA:2021:1153
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 januari 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F. Bouyaghjdane, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 1 december 2020 had besloten de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling te nemen. Tijdens de zitting, die plaatsvond in Breda, zijn zowel de verzoeker als zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder zich wel liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde N.H.T. Jansen.
De voorzieningenrechter heeft na de behandeling van de zaak ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. In de beslissing werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter overwoog dat er reeds een uitspraak was gedaan in de aan deze zaak gerelateerde zaak NL20.20669, waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. Om die reden werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier.