ECLI:NL:RBDHA:2021:11557
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardigheid van het asielrelaas
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De rechtbank heeft de aanvraag als ongegrond verklaard, omdat de verklaringen van eiser over zijn asielrelaas ongeloofwaardig werden geacht. Eiser heeft gesteld dat hij in 2016 betrokken was bij een verkeersongeluk waarbij zijn passagier is overleden, en dat hij sindsdien problemen heeft ondervonden van de familie van de overledene. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verklaringen van eiser inconsistent en tegenstrijdig waren, en dat er onvoldoende bewijs was om zijn verhaal te onderbouwen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat de elementen van het asielrelaas niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij het voordeel van de twijfel verdient, en de rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.