ECLI:NL:RBDHA:2021:11565
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M. de Keuning
- N.J.P. Deventer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van niet-ontvankelijkheid en geloofwaardigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 september 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. De aanvraag werd niet-ontvankelijk verklaard door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat relevante elementen ontbraken. Eiser had eerder een aanvraag ingediend die ook was afgewezen, en voerde aan dat de nieuwe aanvraag ten onrechte als niet-ontvankelijk was afgedaan zonder een inhoudelijke beoordeling. De rechtbank oordeelde dat de overgelegde videobeelden en medische documenten niet relevant waren voor de beoordeling van de asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet gehouden was om ambtshalve te toetsen aan artikel 8 van het EVRM bij een opvolgende aanvraag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.