ECLI:NL:RBDHA:2021:1159

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 januari 2021
Publicatiedatum
16 februari 2021
Zaaknummer
NL20.20491
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 27 november 2020, verklaarde de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure niet-ontvankelijk. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl het beroep tegen het bestreden besluit aanhangig was.

De zitting vond plaats op 7 januari 2021 in Breda, waar verzoeker en zijn gemachtigde, mr. N.H.T. Jansen, aanwezig waren via videoverbinding. Ook de voogd van verzoeker, [naam 2], was aanwezig via videoverbinding. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. C.G. Matze. Tijdens de zitting is de zaak NL20.20490, die samenhangt met deze procedure, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de rechtbank in de andere zaak reeds uitspraak had gedaan, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.20491

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. C.G. Matze),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. N.H.T. Jansen).

Procesverloop

Bij besluit van 27 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.20490, plaatsgevonden op 7 januari 2021, te Breda. Verzoeker is verschenen. Als tolk is verschenen M. Kurdi. De gemachtigde van verzoeker is verschenen middels videoverbinding. Eveneens middels videoverbinding is verschenen [naam 2], voogd (Nidos). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.20490, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.