ECLI:NL:RBDHA:2021:11628
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake last onder dwangsom voor horeca-activiteiten in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan eisers is opgelegd vanwege het gebruik van een pand voor horeca-activiteiten, wat in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers geen bezwaar hebben gemaakt tegen de eerste last onder dwangsom, waardoor dit besluit onherroepelijk is geworden.
De rechtbank heeft verder geconstateerd dat inspecteurs van de Haagse Pandbrigade op verschillende momenten hebben vastgesteld dat er nog steeds horeca-activiteiten plaatsvinden in het pand, ondanks de opgelegde lasten. Eisers hebben betoogd dat het gebruik van het pand onder het gebruiksovergangsrecht valt, maar de rechtbank oordeelt dat de activiteiten niet onder de bestemmingsplanregels vallen en dat eisers hun stellingen niet met bewijsstukken hebben onderbouwd.
De rechtbank concludeert dat de horeca-activiteiten in strijd zijn met het bestemmingsplan "Laakwijk-Schipperskwartier" en dat er geen concreet zicht op legalisatie is. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.