ECLI:NL:RBDHA:2021:11728
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure
Op 22 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder en verzoekers, een Eritrees gezin bestaande uit een moeder en twee kinderen. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een uitzetting/overdracht naar Rome, die gepland stond op 20 september 2021. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet op het genoemde moment zouden worden uitgezet. Echter, op 17 september 2021 hebben verzoekers hun verzoek ingetrokken. Tegelijkertijd vroegen zij om verweerder te veroordelen in de kosten van de procedure, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de regievoerder van verweerder de overdracht heeft moeten annuleren vanwege de weigering van verzoekster om een Covid-test te ondergaan. Verweerder heeft in een brief van 1 oktober 2021 aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, gezien de omstandigheden. De voorzieningenrechter heeft de relevante artikelen van de Awb besproken en geconcludeerd dat er geen sprake is van tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek van verzoekers om verweerder te veroordelen in de proceskosten afgewezen. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.