ECLI:NL:RBDHA:2021:12487
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige etniciteit en ondervonden problemen in Ethiopië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 november 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Ethiopiër, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 8 oktober 2021. Eiser stelde dat hij tot de etnische groep [groepering 1] behoort en dat hij vanwege zijn etniciteit problemen heeft ondervonden in Ethiopië, waaronder arrestatie en marteling. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaringen van eiser over zijn etniciteit en de daaruit voortvloeiende problemen ongeloofwaardig waren. Eiser had in eerdere procedures verklaard tot de [groepering 2] te behoren, wat de rechtbank als inconsistent beschouwde. Bovendien had eiser geen overtuigend bewijs geleverd van de gestelde problemen of van zijn littekens als gevolg van marteling. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij in aanmerking kwam voor een verblijfsvergunning asiel en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden.