ECLI:NL:RBDHA:2021:12505

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 november 2021
Publicatiedatum
16 november 2021
Zaaknummer
NL21.15658
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek uit asielzoekerscentrum

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 november 2021 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 1 oktober 2021 een besluit ontvangen waarin zijn asielaanvraag werd afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld. De zitting vond plaats op 10 november 2021 in Breda, maar eiser is niet verschenen, ondanks dat hij vooraf op de hoogte was gesteld. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 18 oktober 2021 het asielzoekerscentrum heeft verlaten met onbekende bestemming. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven geen contact meer te hebben met hem. Gezien het feit dat noch eiser, noch zijn gemachtigde op de zitting aanwezig waren, concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de beoordeling van het bestreden besluit. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 november 2021 en kan binnen één week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL21.15658
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer] (gemachtigde: mr. F. Bouyaghjdane),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluit van 1 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL21.15659, op 10 november 2021 op zitting behandeld te Breda. Eiser is, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Uit bericht van verweerder blijkt dat eiser op 18 oktober 2021 met onbekende bestemming is vertrokken uit het asielzoekerscentrum. Uit bericht van eisers gemachtigde blijkt dat zij geen contact met eiser meer heeft. Noch eiser, noch zijn gemachtigde is op zitting verschenen.
2. Hieruit leidt de rechtbank af dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland.1
1 Zie voor dit oordeel ook: de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 19 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.
3. Het oordeel is daarom dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij beoordeling van het bestreden besluit.
4. Het beroep is niet-ontvankelijk.
5. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 november 2021 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR18110000

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.