ECLI:NL:RBDHA:2021:12526
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete wegens te late ziekteaangifte door werkgever met vaststelling van de boete op € 230,-
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een B.V., en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had een boete van € 455,- opgelegd gekregen wegens te late ziekteaangifte voor een werknemer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de boete onterecht hoog was en heeft deze verlaagd naar € 230,-. De rechtbank oordeelde dat de aangifte van de ongeschiktheid tot werken meer dan 7 maar minder dan 28 dagen te laat was gedaan, wat volgens de wet een lagere boete rechtvaardigt. Eiseres had op 5 december 2019 een ziekteaangifte ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat de datum van de ziekmelding door de werkgever als 12 december 2019 moest worden beschouwd, wat leidde tot de verlaging van de boete. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen, waarbij de hoogte van de boete werd vastgesteld op € 230,-. Tevens is bepaald dat de betaalde griffiekosten aan eiseres moeten worden vergoed.