ECLI:NL:RBDHA:2021:12636
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag ontheffing voor auto op begraafplaats door gemeente Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een 83-jarige eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser had een aanvraag ingediend voor een ontheffing om met zijn auto de gemeentelijke begraafplaats Westduin te kunnen bezoeken, waar zijn familie begraven ligt. Sinds 1 januari 2020 is het verboden om motorvoertuigen op de begraafplaats te gebruiken. Eiser, die slecht ter been is, stelde dat het verbod hem ernstig belemmert in zijn mogelijkheid om de graven van zijn dierbaren te bezoeken. Hij voerde aan dat er geen redelijke belangenafweging heeft plaatsgevonden en dat het verbod in strijd is met het VN-verdrag Handicap.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gemeente in redelijkheid tot de afwijzing van de aanvraag kon komen. De rechtbank benadrukte dat de gemeente een zwaarwegend belang heeft bij het handhaven van rust en veiligheid op de begraafplaats. De rechtbank erkende de persoonlijke situatie van eiser, maar concludeerde dat de gemeente voldoende heeft aangetoond dat het verlenen van ontheffingen kan leiden tot overlast en verstoring van de rust op de begraafplaats. De rechtbank vond dat de gemeente de belangen van eiser en de algemene belangen goed had afgewogen en dat de terughoudendheid bij het verlenen van ontheffingen niet betekent dat het onmogelijk is om een ontheffing te krijgen. De rechtbank concludeerde dat de gemeente de belangen van eiser niet onredelijk heeft genegeerd en dat de afwijzing van de aanvraag rechtmatig was.