Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2021 uitspraak gedaan in een volgberoep betreffende de bewaring van eiser, die in detentie is gesteld op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.P.G. van Bel, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de bewaringsmaatregel, waarbij hij verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel getoetst en op 27 september 2021 uitspraak gedaan. Eiser heeft niet meegewerkt aan een Covid-test en heeft ook niet deelgenomen aan vertrekgesprekken, wat volgens de rechtbank zijn uitzetting heeft gefrustreerd. De rechtbank oordeelt dat eiser gehouden is om medewerking te verlenen aan zijn uitzetting en dat zijn weigering om mee te werken aan de Covid-test geen reden is om de bewaring op te heffen. De rechtbank concludeert dat verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, voortvarend genoeg handelt in het uitzettingsproces, ondanks de passieve houding van eiser. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.