ECLI:NL:RBDHA:2021:12862

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 november 2021
Publicatiedatum
23 november 2021
Zaaknummer
C/09/591351 / FA RK 20-2256
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • J.Th.W. van Ravenstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en niet-ontvankelijkheid verzoek tot echtscheiding wegens ontbreken huwelijksakte

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 november 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding. De man, die in Nederland verblijft, heeft verzocht om echtscheiding van de vrouw, die zonder bekende woon- en/of verblijfplaats is. De man heeft echter geen recent afschrift van de huwelijksakte overgelegd, wat vereist is volgens de Nederlandse wetgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk, dat volgens de man in Turkije is voltrokken, niet voldoet aan de eisen van het Turkse recht en daarom niet rechtsgeldig is. De rechtbank heeft de man in de gelegenheid gesteld om een recent afschrift van de huwelijksakte over te leggen, maar hij heeft aangegeven dat dit niet mogelijk is omdat het huwelijk traditioneel is voltrokken en niet is geregistreerd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het huwelijk niet voor erkenning in Nederland vatbaar is en heeft het verzoek van de man tot echtscheiding niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is genomen door rechter J.Th.W. van Ravenstein, bijgestaan door griffier F.M. Schreuder.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 20-2256
Zaaknummer: C/09/591351
Datum beschikking: 17 november 2021

Echtscheiding

Beschikking op het op 1 april 2020 ingekomen verzoek van:

[Y] ,

de man,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. H. Yousef te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[X] ,

de vrouw,
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats binnen en buiten Nederland.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder:
- het verzoekschrift;
- het exploot van betekening van dit verzoekschrift;
- het F9-formulier van 9 september 2020 van de zijde van de man;
- het F9-formulier van 10 september 2020 van de zijde van de man;
- het F9-formulier van 30 november 2020 van de zijde van de man;
- het F9-formulier van 19 februari 2021 met bijlagen van de zijde van de man;
- het F9-formulier van 31 mei 2021 met bijlagen van de zijde van de man;
- het F9-formulier van 18 augustus 2021 met bijlagen, waaronder de referteverklaring van de vrouw, van de zijde van de man.

Feiten

- Partijen zijn volgens de man met elkaar gehuwd op [datum] 2015 in [plaats] ,
Turkije.
- De man heeft volgens de Basisregistratie Personen in ieder geval de Syrische
nationaliteit. De man heeft onweersproken gesteld dat de vrouw ook de Syrische
nationaliteit heeft.

Verzoek

Het verzoek strekt tot echtscheiding, voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De vrouw heeft zich blijkens de overgelegde referteverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de gewone verblijfplaats van de man sinds ten minste een jaar onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van zijn verzoek in Nederland is, komt de Nederlandse rechter op grond van artikel 3 eerste lid, aanhef en onder a, van de verordening Brussel II-bis met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding rechtsmacht toe. De rechtbank zal op grond van artikel 10:56 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding toepassen.
Ontvankelijkheid en rechtsgeldigheid huwelijk
De rechtbank stelt vast dat de man heeft verzuimd een (gewaarmerkt) afschrift van de huwelijksakte over te leggen, dat niet ouder is dan drie maanden, zoals door het vijfde lid onder a van artikel 815 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in verbinding met het procesreglement scheiding (raadpleegbaar op www.rechtspraak.nl) wordt vereist. De rechtbank heeft daarom de bevoegdheid het verzoek van de man niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het genoemde afschrift redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815 zesde lid Rv). De rechtbank heeft de man op 24 april 2020 en op 29 mei 2020 in de gelegenheid gesteld alsnog een recent afschrift van de huwelijksakte over te leggen.
De man heeft de rechtbank op 9 september 2020 bericht dat hij geen huwelijksakte heeft. Hij kan zich niet wenden tot de autoriteiten van het land van herkomst om een akte aan te vragen. Het huwelijk is in de basisregistratie personen geregistreerd naar aanleiding van zijn verklaringen. Op 30 november 2020 heeft de man de rechtbank bericht dat er geen afschrift van een huwelijksakte kan worden afgegeven, omdat partijen enkel traditioneel zijn gehuwd en het huwelijk niet is ingeschreven in het register van de burgerlijke stand van Turkije.
Volgens artikel 10:31, eerste lid, BW wordt een buiten Nederland gesloten huwelijk in Nederland als zodanig erkend, als het huwelijk ingevolge het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking heeft plaatsgevonden (in dit geval: Turkije), rechtsgeldig is, of nadien rechtsgeldig is geworden.
Nu het gaat om een traditioneel huwelijk, waarvan geen huwelijksaangifte is gedaan, dat niet is voltrokken ten overstaan van een ambtenaar van de burgerlijke stand en dat na voltrekking niet is ingeschreven in het register van de burgerlijke stand – stuk voor stuk vereisten die het Turkse recht (in 2015 stelde c.q.) stelt aan een rechtsgeldig huwelijk – is het huwelijk niet voltrokken volgens de regels van het Turkse recht (artikel 10:31, eerste lid, BW), terwijl niet is gesteld of gebleken dat één van de situaties als omschreven in de overige leden van artikel 10:31 BW zich voordoet. Het huwelijk is in Nederland daarom niet voor erkenning vatbaar.
Ten overvloede overweegt de rechtbank nog dat de man tijdens zijn IND-gehoren op geen enkel moment melding heeft gemaakt van het bestaan van een huwelijk/echtgenote en dat hij bij de IND heeft verklaard dat hij pas in mei 2015 vanuit Syrië naar Turkije is gevlucht, dat wil zeggen vijf maanden na het moment waarop het huwelijk volgens de stellingen van de man in deze echtscheidingsprocedure in [plaats] , Turkije zou zijn voltrokken.
Het feit dat in de Basisregistratie personen aantekening is gemaakt van het (niet-rechtsgeldige) huwelijk, maakt het voorgaande niet anders. Dit brengt mee dat de rechtbank het verzoek van de man niet-ontvankelijk zal verklaren.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot echtscheiding.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.Th.W. van Ravenstein, rechter, bijgestaan door mr. F.M. Schreuder als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 17 november 2021.