Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.M. van Woensel, had beroep ingesteld tegen het besluit van 22 september 2021, waarin zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk werd verklaard op basis van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Tijdens de zitting op 17 november 2021 in Breda is eiser, met bericht vooraf, niet verschenen. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven dat hij niet zeker weet of eiser nog in Nederland is, en dat hij geen recent contact met hem heeft gehad.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 18 oktober 2021 het asielzoekerscentrum heeft verlaten en geregistreerd staat als 'met onbekende bestemming vertrokken'. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland. Hierdoor heeft eiser geen procesbelang meer bij de beoordeling van zijn beroep, wat leidt tot de beslissing om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.