ECLI:NL:RBDHA:2021:13093
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardige bedreigingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Colombiaanse vrouw, had op 31 juli 2019 samen met haar zus een asielaanvraag ingediend in Nederland. De aanvraag was gebaseerd op bedreigingen die eiseres zou hebben ontvangen van de ex-partner van haar zus, die haar zus mishandeld zou hebben. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag echter afgewezen, omdat de rechtbank de gestelde bedreigingen niet geloofwaardig achtte. Eiseres heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 27 oktober 2021 in Breda, waar eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiseres verklaarde dat zij Colombia had verlaten uit vrees voor haar eigen veiligheid en die van haar zoon, die nog in Colombia verbleef. De rechtbank heeft echter overwogen dat eiseres tegenstrijdige verklaringen had afgelegd over de bedreigingen en het moment waarop zij op de hoogte was van de mishandeling van haar zus. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres meerdere keren zonder problemen tussen Europa en Colombia had gereisd, wat de geloofwaardigheid van haar vrees voor terugkeer in twijfel trok.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris niet ten onrechte de asielaanvraag van eiseres als ongegrond heeft afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres kan binnen vier weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.