ECLI:NL:RBDHA:2021:13097
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens gebrek aan reëel risico op ernstige schade
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Colombiaanse vrouw, had samen met haar zus op 31 juli 2019 een asielaanvraag ingediend in Nederland. Zij stelde dat zij in Colombia zowel mentaal als fysiek was mishandeld door haar ex-partner en vreesde bij terugkeer te worden vermoord. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag echter afgewezen, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij een reëel risico liep op ernstige schade, zoals bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 27 oktober 2021, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de mishandelingen door de ex-partner geloofwaardig waren, eiseres niet had aangetoond dat zij bij terugkeer naar Colombia daadwerkelijk in gevaar zou zijn. De rechtbank wees erop dat eiseres na de mishandelingen tweemaal naar Europa had gereisd en zonder problemen naar Colombia was teruggekeerd. Ook had zij bij aankomst in Nederland geen asielaanvraag ingediend, wat volgens de rechtbank afbreuk deed aan haar vrees voor vervolging.
De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had overwogen dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking.