Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
MR. MIRANDA PATRICIA VAN EEDEN-VAN HARSKAMPte Alphen aan den Rijn,
[X],
1.[gedaagde 1] te [plaats 1] ,
[gedaagde 2]te [plaats 1] ,
[gedaagde 3]te [plaats 1] ,
[gedaagde 4]te [plaats 1] ,
[gedaagde 5]te [plaats 1] ,
1. De procedure
- het tussenvonnis van 30 september 2020 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde gedingstukken;
- de akte namens de curator van 4 november 2020;
- de akte namens [gedaagde 3] en [gedaagde 5] , met producties;
- het proces-verbaal van de op 7 december 2020 gehouden voortzetting van de comparitie van partijen;
- de akte namens de curator met producties 40 tot en met 42;
- de akte namens de curator met producties 43 en 44;
- de akte namens [gedaagde 3] en [gedaagde 5] met producties 18, 19 en 21;
- het proces-verbaal van de op 23 april 2021 gehouden voortzetting van de comparitie van partijen;
- de akte reactie eiswijziging tevens akte uitlaten voortprocederen, namens de curator.
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
Van moeder waren de percelen met kadastrale aanduiding [plaats 1] , sectie A, nummers [perceel 1] , [perceel 2] en [perceel 3] . De curator heeft een taxatierapport overgelegd gedateerd 13 september 2017 waarin is bepaald dat de taxateur de percelen met nummers [perceel 2] en [perceel 3] heeft gewaardeerd op € 5 per m2. Dit betreft stevig weideland annex grasland. Het perceel met nummer [perceel 1] heeft de taxateur gewaardeerd op € 3,5 per m2. Dit betreft zacht weideland, annex grasland. Dit betekent dat de percelen met nummers [perceel 2] (groot 47 are, 25 centiare) en [perceel 3] (groot 10 ha, 15 are, 50 centiare) ten tijde van de verkoop een waarde hadden van € 531.375 en het perceel met nummer [perceel 1] (groot 1 ha, 53 are) een waarde van € 53.550, totaal € 584.925.”
Bij notariële akte(n) van schenking van 14 december 1994 heeft moeder aan [gedaagde 4] een bedrag van f 40.000, dit is € 18.151,30 schuldig erkend, aan [gedaagde 1] eveneens een bedrag van f 40.000, dit is € 18.151,30 en aan [gedaagde 4] een bedrag van f 37.343, dit is € 16.945,60. In de akten is opgenomen dat moeder over dit bedrag een rente verschuldigd is van 6%.”
rechtsvordering tot vergoeding van schade”. De regresvordering strekt er volgens de Hoge Raad immers toe te voorkomen dat de niet aangesproken schuldenaar ten koste van de aangesproken schuldenaar ongerechtvaardigd wordt verrijkt doordat laatstgenoemde het verschuldigde heeft voldaan voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat. Het gaat daarbij niet om een vordering van de schuldeiser maar om een zelfstandige vordering van de hoofdelijk schuldenaar op zijn medeschuldenaren tot vergoeding van zijn schade die daarin bestaat dat de schuld ten laste van hem is betaald voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat.