ECLI:NL:RBDHA:2021:134
Rechtbank Den Haag
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in bestuursrechtelijke procedure
Op 12 januari 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. A. Drahmann, rechter in de rechtbank Den Haag, in de zaak met kenmerk SGR AWB 19/4626 WATER G 1C. De eisers in deze procedure zijn Park Schiphol-Rijk U.A., Park Data Hub 3.0 U.A., Forward Business Parks 2000 N.V., Chip(s)hol III B.V., Chipshol IV B.V., Verhoef Beheer B.V., ASR Levensverzekering N.V., Stichting Parkmanagement Schiphol, Vastgoed Roetveld B.V. en LSREF4 Dutch REO Holdings S.A.R.L., bijgestaan door mr. H.J.M. van Schie. De verweerder is het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Rijnland, met Schiphol Nederland B.V. als belanghebbende partij, bijgestaan door mr. F. Onrust.
Het verschoningsverzoek is ingediend op 10 januari 2021 en is niet ter zitting behandeld, aangezien een verschoningsverzoek niet verplicht ter terechtzitting hoeft te worden behandeld. De rechter heeft het verzoek gebaseerd op de omstandigheden dat een procespartij deel uitmaakt van zijn persoonlijke of zakelijke kennissenkring en dat hij in zijn voormalige dienstbetrekking betrokken is geweest bij een procespartij of bij de zaak. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, uitzonderlijke omstandigheden kunnen wijzen op vooringenomenheid of een terechte vrees daarvoor.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het verschoningsverzoek terecht is ingediend om de schijn van partijdigheid te vermijden. Het verzoek is toegewezen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.