ECLI:NL:RBDHA:2021:134

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 januari 2021
Publicatiedatum
13 januari 2021
Zaaknummer
C/09/605687 / KG RK 21-36
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in bestuursrechtelijke procedure

Op 12 januari 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. A. Drahmann, rechter in de rechtbank Den Haag, in de zaak met kenmerk SGR AWB 19/4626 WATER G 1C. De eisers in deze procedure zijn Park Schiphol-Rijk U.A., Park Data Hub 3.0 U.A., Forward Business Parks 2000 N.V., Chip(s)hol III B.V., Chipshol IV B.V., Verhoef Beheer B.V., ASR Levensverzekering N.V., Stichting Parkmanagement Schiphol, Vastgoed Roetveld B.V. en LSREF4 Dutch REO Holdings S.A.R.L., bijgestaan door mr. H.J.M. van Schie. De verweerder is het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Rijnland, met Schiphol Nederland B.V. als belanghebbende partij, bijgestaan door mr. F. Onrust.

Het verschoningsverzoek is ingediend op 10 januari 2021 en is niet ter zitting behandeld, aangezien een verschoningsverzoek niet verplicht ter terechtzitting hoeft te worden behandeld. De rechter heeft het verzoek gebaseerd op de omstandigheden dat een procespartij deel uitmaakt van zijn persoonlijke of zakelijke kennissenkring en dat hij in zijn voormalige dienstbetrekking betrokken is geweest bij een procespartij of bij de zaak. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, uitzonderlijke omstandigheden kunnen wijzen op vooringenomenheid of een terechte vrees daarvoor.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het verschoningsverzoek terecht is ingediend om de schijn van partijdigheid te vermijden. Het verzoek is toegewezen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK DEN HAAG

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2021-1
Kenmerk: C/09/605687 / KG RK 21-36
Beslissing van 12 januari 2021
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. A. Drahmann,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk SGR AWB 19/4626 WATER G 1C van:
Park Schiphol-Rijk U.A., Park Data Hub 3.0 U.A., Forward Business Parks 2000 N.V., Chip(s)hol III B.V., Chipshol IV B.V., Verhoef Beheer B.V., ASR Levensverzekering N.V., Stichting Parkmanagement Schiphol, Vastgoed Roetveld B.V. en LSREF4 Dutch REO Holdings S.A.R.L.
eisers,
bijgestaan door mr H.J.M. van Schie
en
het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Rijnland verweerder,
waarin als belanghebbende partij wordt aangemerkt
Schiphol Nederland B.V.,
bijgestaan door mr F. Onrust.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 10 januari 2021
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
□ een procespartij of procesdeelnemer maakt onderdeel uit van de persoonlijke of zakelijke kennissenkring van de rechter
□ de rechter is in zijn voormalige dienstbetrekking betrokken geweest bij een procespartij of bij de zaak

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 12 januari 2021 door mr. J.A. van Steen, mr. M.J. Alt-van Endt en mr. J. Brandt, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier.