ECLI:NL:RBDHA:2021:13495

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 december 2021
Publicatiedatum
8 december 2021
Zaaknummer
NL20.21543
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing proceskosten in asielzaak met afwijzing reiskosten

In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij zijn asielaanvraag op 16 december 2020 niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank, zittingsplaats Middelburg, heeft het onderzoek ter zitting op 21 januari 2021 geschorst en de zaak aangehouden in afwachting van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de positie van statushouders in Griekenland. Op 2 september 2021 heeft de staatssecretaris het bestreden besluit ingetrokken. Verzoeker heeft op 16 september 2021 zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. Verweerder heeft aangegeven bereid te zijn om de proceskosten te vergoeden, maar niet de reiskosten. De rechtbank heeft vervolgens uitspraak gedaan zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om proceskostenvergoeding gelijktijdig met de intrekking van het beroep is gedaan en dat verweerder deels tegemoet is gekomen aan verzoeker door opnieuw een beslissing te nemen over de asielaanvraag.

De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld tot betaling van € 1.496,00 aan proceskosten. De rechtbank heeft echter de vergoeding van de reiskosten afgewezen, omdat deze kosten geacht worden inbegrepen te zijn in de forfaitaire vergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten-Badal, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL20.21543
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam verzoeker], verzoeker v-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. M. Demirtas), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 16 december 2020 (het bestreden besluit) waarbij zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk is verklaard.1
Bij brief van 21 januari 2021 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Middelburg, het onderzoek ter zitting geschorst. Op 29 januari 2021 heeft de rechtbank partijen geïnformeerd dat zij de zaak aanhoudt totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak heeft gedaan in de zaak 202005934/1/V3 waarin er vragen zijn gesteld aan de staatssecretaris over de positie van (terugkerende) statushouders in Griekenland.
Op 2 september 2021 heeft verweerder het bestreden besluit ingetrokken.
Verzoeker heeft op 16 september 2021 het beroep tegen het bestreden besluit ingetrokken met een gelijktijdig verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek.
Verweerder heeft de rechtbank daarop meegedeeld dat hij bereid is om de door verzoeker gemaakte proceskosten wel te vergoeden en de gemaakte reiskosten niet te vergoeden.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank bij afzonderlijke uitspraak en met toepassing van artikel 8:75 Awb een bestuursorgaan in de
1. Op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a van de Vreemdelingenwet 2000.
proceskosten veroordelen, indien bij de intrekking van het beroep daarom wordt verzocht en verweerder geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen.
2. De rechtbank stelt vast dat het verzoek om een veroordeling in de proceskosten gelijktijdig met de intrekking van het beroep is gedaan. Verweerder is daarnaast deels aan verzoeker tegemoetgekomen door opnieuw een beslissing te nemen over de asielaanvraag.
3. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank ziet aanleiding verweerder te veroordelen in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 1.496,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 748,00 en een wegingsfactor 1). Ook is verzocht om vergoeding van ‘andere reiskosten’, met als toelichting ‘Mochten de reiskosten in de vovo-zaak niet worden vergoed, dan dienen ze in de beroepszaak te worden vergoed. Immers gemachtigde is op zitting geweest op 21 januari 2021 te Rechtbank Breda’. De reiskosten van de gemachtigde worden echter geacht te zijn inbegrepen in de forfaitaire vergoeding.2 Uit de toelichting
blijkt niet dat daarnaast verzoeker zelfstandig reiskosten heeft gemaakt in verband met het bijwonen van de zitting. Het verzoek komt op dit punt dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.

Beslissing

De rechtbank;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van
€1.496,00 (veertienhonderdzesennegentig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten-Badal, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
2 Zie de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 15 juni 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1773 .
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.