ECLI:NL:RBDHA:2021:13575
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C.J. van Dooijeweert
- N.H. de Zeeuw
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die niet is verschenen, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag op 23 september 2021 als kennelijk ongegrond was afgewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL21.15126) op 22 oktober 2021.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (NL21.15126), het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 748,-. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand die door een derde is verleend.
De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier mr. N.H. de Zeeuw, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.