ECLI:NL:RBDHA:2021:13591

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 5623
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling toezichtskosten commerciële omroepdienst op grond van de Mediawet 2008

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen het Commissariaat voor de Media en de Stichting Karmavadische Sanatan Dharm Maha Sabha Nederland. De zaak betreft de vaststelling van toezichtskosten voor de commerciële omroepdienst Radio Vahon, die door het Commissariaat op € 6.942,50 is vastgesteld. Eiseres, de Stichting Karmavadische Sanatan Dharm Maha Sabha Nederland, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij van mening is dat de toezichtskosten onjuist zijn berekend en te hoog zijn vastgesteld. De rechtbank heeft de processtukken en het verweer van het Commissariaat beoordeeld, waarbij de zitting op 26 oktober 2021 via een Skypeverbinding heeft plaatsgevonden.

De rechtbank overweegt dat de toezichtskosten zijn gebaseerd op het technisch bereik van de omroepdienst en het aantal uitzenduren. Het Commissariaat heeft vastgesteld dat Radio Vahon technisch 922.830 huishoudens kan bereiken via AM en 518.275 huishoudens via DAB+. Eiseres betwist deze cijfers en stelt dat het werkelijke bereik veel lager ligt. De rechtbank oordeelt echter dat het Commissariaat terecht is uitgegaan van het aantal huishoudens dat technisch kan worden bereikt, en niet van het aantal huishoudens dat daadwerkelijk naar de omroepdienst luistert. De rechtbank concludeert dat de berekening van de toezichtskosten door het Commissariaat niet onredelijk is en dat de bijdrage van € 6.942,50 terecht is vastgesteld. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/5623

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 december 2021 in de zaak tussen

Stichting Karmavadische Sanatan Dharm Maha Sabha Nederland, te Den Haag, eiseres
en

Commissariaat voor de Media, verweerder

(gemachtigde: mr. A.J. de Heer).

Procesverloop

Bij besluit van 19 maart 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de toezichtskosten voor eiseres vastgesteld op € 6.942,50.
Bij besluit van 17 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden via een Skypeverbinding op 26 oktober 2021. Daaraan namen deel [A] , [B] en [C] , namens eiseres, en namens verweerder S. Smolders bijgestaan door de gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres verzorgt een commerciële omroepdienst met de naam Radio Vahon. Voor het verzorgen van een commerciële omroepdienst is toestemming nodig van verweerder. Ook dient de commerciële omroepdienst een vergunning aan te vragen bij de minister van Economische Zaken, Agentschap Telecom (AT) om frequentieruimte te krijgen via FM, AM of DAB+. Het AT heeft aan eiseres vergunning verleend voor het gebruik van kavel C12, frequentie 1566Khz en voor het gebruik van 1/18e deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 195,168 MHz – 196,704 MHz (allotment 8A).
Verweerder houdt toezicht op de naleving van de Mediawet. Voor dat toezicht moeten commerciële media-instellingen voor iedere toestemming jaarlijks kosten betalen.
Verweerder heeft de toezichtskosten voor eiseres over 2019 vastgesteld op € 6.942,50. Deze zaak gaat over de vraag of verweerder de toezichtskosten juist heeft berekend.
Wat zijn de regels?
2. De relevante bepalingen zijn opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Wat vindt eiseres?
3. Eiseres vindt dat de toezichtskosten onjuist zijn berekend en op een te hoog bedrag zijn vastgesteld. Radio Vahon bereikt minder huishoudens dan waar verweerder van uitgaat.
Wat vindt verweerder?
4. Verweerder stelt dat de toezichtskosten worden berekend aan de hand van het aantal huishoudens dat Radio Vahon technisch kan ontvangen. Verweerder heeft vastgesteld dat via kavel C12 (AM) 922.830 huishoudens en via allotment 8a (DAB+) 518.275 huishoudens Radio Vahon technisch kunnen ontvangen. Daarbij heeft verweerder rekening gehouden met een overlap tussen de huishoudens die Radio Vahon zowel via AM als DAB+ kunnen ontvangen. Om die reden heeft verweerder het aantal huishoudens dat technisch bereikt kan worden via AM met 15% verminderd. Dat is het percentage van het aantal huishoudens dat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2019 over en DAB+ ontvanger beschikte. Eiseres valt aldus binnen de bandbreedte tussen 500.000 en 3.000.000 huishoudens die technisch bereikt kunnen worden. Daarmee valt eiseres in de E-categorie van tabel 3 behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008. Dit betekent dat eiseres volgens die tabel, nu zij meer dan 12 uur per dag uitzendt, een bijdrage verschuldigd is van € 6.400,-, geïndexeerd in 2019 € 6.942,50.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5.1.
Voor het vaststellen van de toezichtskosten is het technisch bereik van een omroep tot uitgangspunt genomen en het aantal uitzenduren. Hoe kleiner het technisch bereik, hoe lager de toezichtskosten. Verweerder kijkt dus niet naar het aantal huishoudens dat feitelijk gebruikt maakt van het programma-aanbod, maar het aantal huishoudens dat een programma-aanbod technisch door toekenning van een kavel of allotment kan ontvangen. Deze bereken methode is gekozen, omdat deze eenvoudiger is, beter is toegesneden op de praktijk en beter aansluit bij de daadwerkelijke kosten van toezicht. Om te bepalen hoeveel huishoudens technisch een programma-aanbod kunnen ontvangen, hanteert verweerder de gegevens afkomstig van het AT en de gegevens van het demografisch bereik, zoals dat is bepaald in het Besluit tot uitgifte frequenties voor gebruik niet-landelijk commerciële radio-omroep en middengolf. [1]
De rechtbank acht dit uitgangspunt van verweerder niet onredelijk. Het is veel ingewikkelder om te bepalen hoeveel huishoudens feitelijk naar een programma-aanbod luisteren en aannemelijk is dat het ook meer kosten met zich meebrengt om dat te bepalen.
Anders dan eiseres stelt, hoeft verweerder er dus geen rekening mee te houden dat feitelijk veel minder huishoudens naar Radio Vahon luisteren dan het aantal huishoudens dat technisch gezien naar Radio Vahon kan luisteren door toekenning van kavel C12 en allotment 8A.
Hierna zal de rechtbank ingaan op de vraag of verweerder, deze uitgangspunten goed heeft toegepast en het technisch bereik goed heeft berekend.
Technisch bereik allotment 8A (DAB+ bereik)
5.2.
Verweerder is voor het berekenen van het technisch bereik van allotment 8A overeenkomstig zijn vaste werkwijze uitgegaan van door het AT aangeleverde gegevens. Op basis van deze gegevens gaat verweerder uit van een bereik van 43,6%.
Allotment 8A omvat de provincies Zuid-Holland, Utrecht, west Flevoland en een groot deel van Noord-Holland. Uitgaande van het totaal aantal huishoudens in 2019, namelijk 7.924.691, heeft dit kavel dus een demografisch bereik van 3.455.165 huishoudens. Omdat volgens gegevens van het CBS 15% van de huishoudens beschikt over een DAB+ ontvanger, heeft verweerder het technisch bereik bepaald op 15% van 3.455.165, dus 518.275 huishoudens.
5.3.
Eiseres stelt dat uit het door haar overgelegde rapport van Broadcastpartners volgt dat het technisch bereik van allotment 8A 1.244.987 huishoudens is, dus in plaats van 43,6% slechts 15,7%.
Zoals hiervoor al gezegd, is de rechtbank van oordeel dat verweerder uit mocht gaan van de door het AT aangeleverde gegevens.
Verweerder heeft terecht gesteld dat niet duidelijk is wat de aanleiding is geweest van het rapport van Broadcastparners en dat het lijkt te gaat om het op last van het AT doorvoeren van een dekkingsverbetering van allotment 8A door nieuwe antennes te plaatsen vanwege een nieuwe IGV-norm. Relevant is echter het aantal huishoudens dat door de toekenning van allotment 8A technisch bereikt kan worden
.Indien dit mogelijk technisch bereik door de gebruikte apparatuur niet volledig wordt benut, betekent dit niet dat verweerder niet van het mogelijke technisch bereik uit mag gaan. De rechtbank is dus van oordeel dat verweerder terecht is uitgegaan van een technisch bereik van allotment 8A van 3.455.165. Verweerder mocht ook uitgaan van de gegevens van het CBS. Nu volgens die gegevens 15% van de huishoudens beschikt over een DAB+ ontvanger, heeft verweerder het technisch bereik terecht vastgesteld op 15% van 3.455.165, dus 518.275 huishoudens.
Reeds op basis daarvan valt eiseres in de categorie E van tabel 3 behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008. Enkel de toekenning van allotment 8A aan eiseres biedt dus al voldoende grondslag voor het in rekening brengen van toezichtskosten over 2019 van € 6.942,50.
Technisch bereik kavel C12 (AM-bereik)
5.4.
Verweerder is voor het berekenen van het technisch bereik van kavel C12 uitgegaan van het demografisch bereik dat in de bijlage bij het Besluit tot uitgifte frequenties voor gebruik niet-landelijk commerciële radio-omroep en middengolf staat, namelijk 13,7%. Uitgaande van het totaal aantal huishoudens van 7.924.691, heeft dit kavel dus een demografisch bereik van 1.085.683 huishoudens. Dit aantal heeft verweerder verminderd met 15% vanwege de overlap met huishoudens die DAB+ kunnen ontvangen. Aldus komt verweerder op een technisch bereik van 922.830 huishoudens.
5.5.
Zoals hiervoor al gezegd, is de rechtbank van oordeel dat verweerder voor de bepaling van het technisch bereik van Kavel C12 mocht uitgaan van het Besluit uitgifte frequenties voor gebruik niet-landelijk commerciële radio-omroep en middengolf. Verweerder is dus terecht uitgegaan van 13,7% van het totaal aantal huishoudens dat technisch kan worden bereikt.
Voor zover eiseres met haar opmerking dat verweerder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met het feit dat er meerdere publieke en landelijk en niet-landelijke commerciële omroepen zijn, heeft willen zeggen dat het aantal huishoudens dat daadwerkelijk luistert naar Radio Vahon veel minder is dan het aantal huishoudens dat technisch bereikt kan worden met de toedeling van kavel C12, is die opmerking van eiseres niet relevant. Het gaat om het percentage huishoudens dat door de toekenning van kavel C12 technisch bereikt kan worden, niet het aantal huishoudens dat daadwerkelijk afstemt op Radio Vahon.
5.6.
Verder is de rechtbank het met verweerder eens dat hij niet ook in de berekening een overlap tussen FM en AM had moeten betrekken. Radio Vahon zendt immers alleen uit via de AM-frequentie en via DAB+. Eiseres zendt niet uit via de FM-frequentie. Voor zover eiseres bedoelt te zeggen dat ook veel via FM naar de radio wordt geluisterd en relatief weinig via AM, is ook die opmerking niet relevant, omdat het niet gaat om het percentage huishoudens dat daadwerkelijk afstemt op Radio Vahon, maar het aantal huishoudens dat technisch bereikt kan worden.
5.7.
Eiseres heeft ook een onderzoeksrapport van 28 januari 2015 ‘Onderzoek naar de ontwikkelingen in de DAB+ markt’ overgelegd. In dit rapport wordt ingegaan op de vraag welk medium (TV, internet, FM of DAB+) wordt gebruikt om naar een radio-omroep te luisteren.
De rechtbank is van oordeel dat dit rapport niet leidt tot de conclusie dat verweerder van een onjuiste berekening is uitgegaan, omdat dit rapport niet ingaat op het aantal huishoudens dat door de toekenning van kavel C12 technisch bereikt kan worden.
5.8.
Ook het door eiseres overgelegde onderzoeksrapport van 14 maart 2014 verandert niet de berekening van het technisch bereik van kavel C12 door verweerder. Dit rapport geeft een onderbouwing van een verzoek om de frequentie te wijzigen van 1557 kHz naar 1566 kHz. Het rapport gaat niet in op het technisch bereik van kavel C12 in 2019, maar op de kwaliteit van de gebruikte frequentie in 2014.
Evenredigheid van de bijdrage
5.9.
Eiseres voert aan dat de berekening door verweerder van het aantal huishoudens dat Radio Vahon ontvangt erg optimistisch is en niet in overeenstemming is met de praktijk. Radio Vahon is een regionale doelgroepzender, gericht op de Hindoestaanse gemeenschap (+/- 300.000) in Nederland. De jaaromzet is +/- € 80.000,- bruto. Het bedrag dat verweerder in rekening brengt aan toezichtkosten staat volgens eiseres niet in een redelijke verhouding tot de opbrengst.
5.10.
De rechtbank is het hiermee niet eens. Het is niet onredelijk dat verweerder uitgaat van het aantal huishoudens dat met de toekenning van de kavels of allotments technisch bereikt kan worden en niet van het aantal huishoudens dat feitelijk afstemt op een radiostation. De regelgever heeft hier bewust voor gekozen. Eiseres heeft er verder ook zelf voor gekozen om een kavel en een allotment aan te vragen, waarmee een relatief groot aantal huishoudens technisch bereikt kunnen worden. Het feit dat minder huishoudens dan technisch bereikt kunnen worden ook daadwerkelijk naar Radio Vahon luisteren, omdat eiseres zich specifiek richt op de Hindoestaanse doelgroep en eiseres daardoor het technisch bereik niet volledig benut, hoeft voor verweerder geen aanleiding te zijn om een lagere bijdrage vast te stellen.
5.11.
Het beroep is ongegrond.
5.12.
De rechtbank ziet geen reden om te bepalen dat verweerder de proceskosten van eiseres moet voldoen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Leijten, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
7 december 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.
BIJLAGE – SGR 20/5623
Mediawet 2008
Artikel 3.30
1. Een commerciële media-instelling is aan verweerder jaarlijks kosten verbonden aan het toezicht verschuldigd voor elke verkregen toestemming en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag.
2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de vaststelling van de toezichtskosten, bedoeld in het eerste lid, waarbij in elk geval:
a. onderscheid kan worden gemaakt tussen omroepdiensten en mediadiensten op aanvraag;
b. onderscheid kan worden gemaakt tussen toestemmingen voor radio-omroep en voor televisieomroep; en
c. rekening kan worden gehouden met de gemiddelde duur van de uitzendingen en met het aantal huishoudens in Nederland, dat het programma-aanbod kan ontvangen.
Mediaregeling 2008
Artikel 17
Een commerciële media-instelling is voor elke verkregen toestemming, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de wet, en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag, bedoeld in artikel 3.29a van de wet, jaarlijks aan verweerder toezichtskosten verschuldigd berekend volgens de bij deze regeling gevoegde bijlage.
Bijlage behorende bij artikel 17 bijdrage toezichtskosten commerciële mediadiensten.
Artikel 2. Radio-omroepdiensten
Een commerciële media-instelling is per toestemming voor het verzorgen van een radio-omroepdienst jaarlijks aan verweerder een bijdrage in de toezichtskosten verschuldigd volgens de onderstaande tabellen in euro’s:
Tarief-groep
A
B
C
D
E
F
Aantal huis-houdens*
<25.000
25.000–50.000
50.000–100.000
100.000–500.000
500.000–3.000.000
>3.000.000
Uitzend-uren**
<12 uur
200
400
800
1600
3200
6400
>=12 uur
400
800
1600
3200
6400
12.8
* Voor de toepassing van de tabel wordt onder ‘aantal huishoudens’ verstaan: het aantal huishoudens dat een radio-omroepdienst technisch in Nederland kan ontvangen.
** Voor de toepassing van de tabel wordt onder ‘uitzenduren’ verstaan: de gemiddelde duur van het verzorgde programma-aanbod per dag in het desbetreffende kalenderjaar.

Voetnoten

1.Staatscourant 2007, nr. 216, pagina 9