ECLI:NL:RBDHA:2021:13611

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
AWB - 21 _ 2888
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling functiewaardering van de functie Electrician en de afwijzing van het bezwaar door de Commandant Landstrijdkrachten

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam als Electrician, en de Commandant Landstrijdkrachten. De eiser was het niet eens met de waardering van zijn functie, die door de Commandant was vastgesteld op schaal 6 met een somscore van 34. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze waardering, waarbij de Commissie van Advies Bezwaren Functiewaardering (CABF) had geadviseerd om de functie te waarderen in schaal 7 met somscore 35. De rechtbank heeft de argumenten van eiser en de motivering van de Commandant beoordeeld.

De rechtbank oordeelde dat de Commandant voldoende had gemotiveerd waarom hij van het advies van de CABF was afgeweken. De rechtbank stelde vast dat de werkzaamheden van de eiser niet voldeden aan de criteria voor de hogere waardering. De rechterlijke toetsing bij functiewaardering is terughoudend, en de rechtbank concludeerde dat de door de Commandant toegekende waardering niet onhoudbaar was. Eiser had niet aangetoond dat hij eindverantwoordelijkheid droeg voor het opleveren van een eindproduct, wat een vereiste was voor de hogere waardering.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de functie van eiser niet op schaal 7 hoeft te worden gewaardeerd. De kosten van de procedure werden niet vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/2888

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 december 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. M.J. van Weersch),
en

de Commandant Landstrijdkrachten, verweerder,

(gemachtigde: mr. M.I. Biharie-Pronk).

Procesverloop

Bij besluit van 23 april 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aan eiser opgedragen functie van ‘Electrician’ gewaardeerd in schaal 6 met somscore 34.
Bij besluit van 3 februari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2021 middels een videoverbinding. Eiser is hierbij verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Aan de zijde van verweerder zijn tevens verschenen [A] , [B] en [C] .

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser was van 1 oktober 2015 tot 1 september 2018 werkzaam als ‘Electrician’ bij de afdeling Operations and Maintenance Division van USAG Benelux. Hij is het niet eens met de door verweerder vastgestelde waardering van zijn functie vanaf 1 oktober 2015.
Wat heeft verweerder besloten?
2. Verweerder heeft de aan eiser opgedragen functie van ‘Elektrician’ gewaardeerd in schaal 6 met somscore 34. Hij heeft dat gedaan in afwijking van het advies van de Commissie van Advies Bezwaren Functiewaardering (CABF), die op basis van het functiewaarderingssysteem van het ministerie van Defensie FUWADEF (het functiewaarderingssysteem) heeft geadviseerd de functie van eiser te waarden in schaal 7 met somscore 35.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
3. De rechtbank beoordeelt of verweerder de waardering van de aan eiser opgedragen functie vast heeft kunnen stellen op schaal 6 met somscore 34. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd, de zogenaamde beroepsgronden.
De toetsingsmaatstaf bij functiewaardering
4. Volgens de rechtspraak van de hoogste ambtenarenrechter is de rechterlijke toetsing bij functiewaardering terughoudend. De rechter moet beoordelen of de waardering op onvoldoende gronden berust. Dit betekent dat pas tot vernietiging van de bestreden waardering wordt overgegaan als deze als onhoudbaar wordt aangemerkt. Daarvoor is ontoereikend dat een andere waardering op zichzelf verdedigbaar is. In deze toetsingsmaatstaf wordt aan het bestuursorgaan bij het waarderen van functies een ruime mate van vrijheid gelaten. Dit neemt niet weg dat het bestuursorgaan de waardering dient te motiveren. Wordt de waardering in bezwaar met concrete argumenten bestreden, dan moet het bestuursorgaan ook concreet op die argumenten ingaan en zo nodig de oorspronkelijk gegeven motivering aanvullen. Aan het nakomen van deze laatste plicht moeten hogere eisen worden gesteld indien een deskundige bezwaaradviescommissie, zoals de CABF, gemotiveerd aangeeft waarom haars inziens een waarderingsbesluit niet ongewijzigd gehandhaafd kan worden. [1]
Heeft verweerder voor kenmerk 2 (doel van de werkzaamheden) de score 2 toe kunnen kennen?
5.1
Bij kenmerk 2 ‘doel van de werkzaamheden’ wordt in het functiewaarderingssysteem datgene dat bereikt moet worden met het verrichten van de werkzaamheden gemeten. Daarbij wordt de score 2 toegekend indien het betreft het bijdragen aan het realiseren van de (operationele) taakstelling van de eigen werkeenheid met een afgebakend werkgebied, of het realiseren van (operationele) deelproducten. De score 3 wordt toegekend indien het betreft het realiseren van de taakstelling van de eigen werkeenheid met een afgebakend werkgebied of het realiseren van een eindproduct van de eigen werkeenheid of het verrichten van ondersteunende werkzaamheden op het gebied van beleid, onderzoek, (technisch) ontwerp of operatiën.
5.2.1
Eiser stelt dat voor kenmerk 2 de score 3 toegekend had moeten worden. Hiertoe voert hij, kort samengevat en zakelijk weergegeven, aan dat hij uitvoerende, sturende en controlerende werkzaamheden doet, gericht op het operationeel houden van elektrotechnische installaties, apparatuur en overige elektrotechnische voorzieningen. Als installatieverantwoordelijke treedt hij op als projectleider en is hij verantwoordelijk voor elektrotechnische opleveringen. Hierbij maakt hij een werkplan waarin hij de toepasselijke werkprocessen en procedures beschrijft en onderzoek doet naar de voor de specifieke omgeving geldende normen en voorschriften. Dit plan wordt met een externe partij gerealiseerd, waarbij eiser er op toe ziet dat de werkzaamheden volgens het werkplan verlopen.
5.2.2
De CABF heeft het resultaat van de werkzaamheden van eiser opgevat als een eindproduct van de eigen werkeenheid zoals bedoeld bij score 3 en daarom geadviseerd voor kenmerk 2 de score 3 toe te kennen. De commissie gaat er daarbij op basis van de toelichting van verweerder tijdens de hoorzitting van uit dat eiser ook kan optreden als projectleider en dat hij als installatieverantwoordelijke verantwoordelijk is voor het resultaat van elektrotechnische opleveringen.
5.3
Verweerder is van het advies van de CABF afgeweken en heeft voor kenmerk 2 de score 2 toegekend, omdat het CABF er volgens verweerder ten onrechte van uit is gegaan dat eiser verantwoordelijk is voor het opleveren van een eindproduct van de werkeenheid als bedoeld bij score 3. Blijkens de toelichting bij score 3 is pas sprake van het realiseren van een eindproduct van de eigen werkeenheid, indien betrokkene ook belast is met ‘het ordenen van werkprocessen en het opstellen van procedures’. Die taak maakt echter geen deel uit van de functieomschrijving van ‘Electrician’. Ook de aanname van de commissie dat eiser optrad als projectleider is onjuist. De ‘Electrician’ kan binnen een project aangewezen worden om de installatie, demontage of aanpassing van één of meer elektrische systemen te verzorgen. Hiervoor kan hij een plan van aanpak maken waarin staat beschreven welke werkzaamheden worden uitgevoerd en door wie. In de functieomschrijving wordt dit geduid als optreden als deel- of sub-projectleider. Binnen het vakgebied van eiser gelden er verschillende voorschriften die bepalend zijn voor de te hanteren procedures bij het werken met bijvoorbeeld elektrische/elektrotechnische midden- en hoogspanningssystemen. Bij het opstellen van het werkplan bepaalt eiser op basis van zijn vakkennis en ervaring welke situatie en welke procedures van toepassing zijn, maar hij stelt geen nieuwe processen en procedures op. Daarom is van het opleveren van een eindproduct van de werkeenheid zoals bedoeld bij score 3 geen sprake.
5.4
De rechtbank is van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom hij van het advies van het CABF is afgeweken en overweegt daartoe als volgt.
5.4.1
De rechtbank overweegt dat de werkzaamheden van de ‘Electrician’ zoals omschreven in de functieomschrijving niet voldoen aan de criteria voor de toekenning van score 3 in het functiewaarderingssysteem. In de functieomschrijving staat beschreven dat de ‘Electrician’ als specialist aan projecten kan deelnemen en kan worden ingedeeld als sub-projectleider. Hieruit volgt dat van de ‘Electrician’ niet verwacht wordt dat hij eindverantwoordelijkheid draagt voor het realiseren van projecten binnen de eigen werkeenheid. Verder blijkt uit de functieomschrijving dat de ‘Electrician’ als installatieverantwoordelijke verantwoordelijk is voor het -kort gezegd- operationeel houden van elektronische installaties. De ‘Electrician’ stelt bij de uitvoering van die taken weliswaar plannen van aanpak en werkplannen op, maar uit de functieomschrijving kan niet worden afgeleid dat van hem ook verwacht wordt dat hij daarbij ook nieuwe processen of procedures beschrijft. Uit de beschrijving blijkt veeleer dat het gaat om de uitvoering, aansturing en verdeling van praktische werkzaamheden, waarbij de functionaris op basis van bestaande voorschriften en projectaanwijzingen een plan maakt voor de wijze waarop de werkzaamheden moeten worden verdeeld en uitgevoerd.
5.4.2
De rechtbank vindt tevens steun voor haar oordeel in de uiteenzetting die eiser ter zitting over zijn werkzaamheden gegeven heeft. Gevraagd naar het soort projecten dat eiser uitvoert, heeft hij als voorbeeld de aanleg van een nieuwe keuken in een bowlingcentrum gegeven. Hij heeft aangegeven dat hij als installatieverantwoordelijke binnen een dergelijk project verantwoordelijk is voor de aanleg van de bekabeling en dat hij voor dat hele proces zorg moet dragen, waaronder onder meer het aan de hand van de geldende normen berekenen van de (eisen aan) de bekabeling en de afzekering, het maken van een plan van aanpak en het aansturen van externen. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat eiser ook feitelijk geen eindverantwoordelijkheid draagt voor het opleveren van een eindproduct van de werkeenheid als bedoeld bij score 3, maar dat er veeleer sprake is van het bijdragen aan het realiseren van de (operationele) taakstelling van de eigen werkeenheid of het realiseren van (operationele) deelproducten, zoals omschreven bij score 2.
5.4.3
De rechtbank volgt verweerder aldus in zijn redenering dat het CABF er ten onrechte van uit is gegaan dat eiser verantwoordelijk is voor het opleveren van een eindproduct van de werkeenheid als bedoeld bij score 3. De door verweerder voor kenmerk 2 (‘doel van de werkzaamheden’) toegekende score 2 is niet onhoudbaar.
Heeft verweerder voor kenmerk 9 (kader) de score 2 toe kunnen kennen?
6.1
Bij kenmerk 9 ‘kader’ wordt in het functiewaarderingssysteem gemeten het geheel van werkinstructies, werkafspraken, regels, voorschriften, richtlijnen, beleidslijnen en uitgangspunten waaraan bij de uitvoering van de werkzaamheden moet worden voldaan. Daarbij wordt de score 2 toegekend indien het gaat om functies waarbij doorgaans de wijze van handelen is bepaald door werkafspraken, regels, voorschriften of normeringen. De score 3 wordt toegekend indien met elkaar samenhangende richtlijnen, procedures, wet- en regelgeving, specifiek geformuleerde beleidslijnen, (uitvoerings)plannen of operationele scenario’s aanwezig zijn als basis voor de uitvoering van het werk.
6.2
Verweerder heeft, overeenkomstig het advies van de CABF, voor kenmerk 9 de score 2 toegekend. De CABF heeft overwogen dat toekenning van de score 3 betekent dat de uitvoering van de werkzaamheden niet is voorgeschreven. Dit is niet het beeld dat het CABF uit de functieomschrijving en het verhandelde op de hoorzitting in bezwaar heeft kunnen afleiden.
6.3
Eiser stelt dat voor kenmerk 9 de score 3 toegekend had moeten worden. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat de functie van installatieverantwoordelijke de wijze van handelen niet vooraf is bepaald. Eiser moet zich regelmatig voorafgaand aan werkzaamheden verdiepen in de regelgeving en normen, vooral als de werkzaamheden in het buitenland plaatsvinden. Bij elektrotechniek is er sprake van algemeen geformuleerde regels, die in verschillende situaties op een andere wijze worden toegepast en van land tot land verschillen. De werkzaamheden zijn niet concreet af te leiden uit de regels.
6.4
De rechtbank acht voor kenmerk 2 de toegekende score 2 niet onhoudbaar. De rechtbank is niet gebleken dat de wijze van handelen door eiser bij de uitvoering van zijn werkzaamheden niet vooraf is bepaald. De normen die eiser hanteert zijn vooraf gegeven en behoeven geen nadere uitwerking. Dat deze per situatie en land kunnen verschillen, waardoor eiser zich moet verdiepen in de normen die op zijn werkzaamheden van toepassing zijn alvorens hij deze uit kan voeren, waarbij hij keuzes moet maken, is met betrekking tot kenmerk 9 niet niveaubepalend.
Heeft verweerder voor kenmerk 12 (vaardigheid) de score 2 toe kunnen kennen?
7.1
Bij kenmerk 12 ‘vaardigheid’ worden in het functiewaarderingssysteem de vaardigheden die nodig zijn om de werkzaamheden uit te voeren gemeten. De score 2 wordt toegekend indien voor de functie nauwkeurigheid, zorgvuldigheid of communicatieve en klantvriendelijke vaardigheden vereist zijn. De score 3 wordt toegekend bij leidinggevende, improviserende, communicatieve, organiserende of adviesvaardigheden.
7.2
Verweerder heeft, overeenkomstig het advies van de CABF, voor kenmerk 12 de score 2 toegekend. De CABF heeft overwogen dat uit de werkzaamheden is af te leiden dat er sprake is van sturend optreden en functioneren als subprojectleider, maar dat dit niet gelijk staat aan het geven van leiding zoals bedoeld in het functiewaarderingssysteem. Bij leidinggeven wordt uitgegaan van het op reguliere basis structureel geven van leiding aan een werkeenheid, waarbij de verantwoordelijkheid voor het toepassen van de personeelsinstrumenten hoort. Dit maakt geen deel uit van de functie van eiser. Ook ‘adviesvaardigheden’ zoals bedoeld in het functiewaarderingssysteem is niet opgenomen in de functie. In de functiebeschrijving is opgenomen adviseren van de projectgroep en de eindgebruiker. Het gaat hierbij om praktische adviezen gericht op de correcte uitvoering van het werk en het bieden van ondersteuning bij het maken van keuzes voor de meest efficiënte oplossing. Bij adviesvaardigheid gaat het functiewaarderingssysteem uit van het ontwikkelen van een adviesproduct. Dat is in de functie van eiser niet het geval.
7.3
Eiser stelt dat voor kenmerk 12 de score 3 toegekend had moeten worden. Hiertoe voert hij aan dat van hiërarchisch leidinggeven weliswaar geen sprake is, maar wel van leidinggevende vaardigheden in de zin van het leiden en tot een goed einde brengen van projecten. Eiser stuurt een externe firma aan met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden op het gebied van elektrotechniek. Ook beschikt hij over adviesvaardigheden, bijvoorbeeld met betrekking tot het vernieuwen van een deel van de elektrotechnische installatie.
7.4
De rechtbank acht ook voor kenmerk 12 de toegekende score 2 niet onhoudbaar. De rechtbank volgt de redenatie van verweerder dat met ‘leidinggeven’ als bedoeld bij score 3 gedoeld wordt op structureel leidinggeven over een werkeenheid. Reeds uit het betoog van eiser volgt dat daar in zijn geval geen sprake van is. Dat eiser bij de uitvoering van zijn werkzaamheden een beroep moet doen op leidinggevende vaardigheden is, wat daar ook van zij, niet voldoende om de score 3 toe te kennen. De rechtbank volgt tevens de redenatie van verweerder dat het bij ‘adviesvaardigheden’ als bedoeld bij score 3 gaat om het ontwikkelen van een adviesproduct. Dat eiser een dergelijk adviesproduct oplevert is gesteld noch gebleken. Het betoog van eiser slaagt niet.
Conclusie
8. De rechtbank is van oordeel dat de door verweerder toegekende somscore 34 niet onhoudbaar is. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat de functie van eiser niet op schaal 7 hoeft te worden gewaardeerd. Ook hoeft verweerder de kosten die eiser voor deze procedure heeft gemaakt niet te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F. Janmaat, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 december 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 december 2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AV6117.