Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
24 augustus 2020 vastgesteld op 49,7%.
3.Het verzoek
“werknemer is aangewezen op werk waarin geen hoog handelingstempo vereist is. In het werk van de Warehouse Assistant komen geen werkzaamheden voor waarbij een hoog handelingstempo vereist is. (..) Er is geen overschrijding van de belastbaarheid op dit item”. Dit is echter niet langer het geval. Sinds (en door) de coronapandemie is er sprake van een grote toename in het aantal bestellingen waardoor er een verhoogde druk is op de magazijnmedewerkers. Door de toename van het aantal klanten en bestellingen en de daardoor toegenomen werkdruk in het magazijn, kunnen de werkzaamheden die [werknemer] (in het kader van de re-integratie) verrichtte niet langer onder dezelfde omstandigheden en in dezelfde omvang door hem worden verricht. Er is nu sprake van een hoger handelingstempo. Het uitdraaien van labels en het picken van orders zijn taken die [werknemer] slechts kan verrichten zolang hierbij geen hoog handelingstempo en geen tijdsdruk is vereist, dit is echter niet meer het geval. Alle Warehouse Assistants dienen onder tijdsdruk en met een hoog handelingstempo te werken. Er is niet langer de mogelijkheid voor [werknemer] om in zijn werkzaamheden te schuiven als hij een slechte dag heeft. Er is ook niet langer sprake van een voorspelbare werksituatie zonder deadlines. [werkgever] heeft bij de WIA-boordeling eerlijk aangegeven dat zij verwachtte dat [werknemer] in de toekomst zou kunnen worden ingezet voor een aantal beperkte taken, maar zeker niet onvoorwaardelijk. [werkgever] heeft moeten concluderen dat dit niet langer mogelijk is. Een deel van de werkzaamheden die [werknemer] verrichtte, valt weg wegens automatisering. Ook is het aantal pallets door een aanpassing in het verpakkingsmateriaal verminderd. Het bijbestellen van voorraad zag op lunch, die intussen is afgeschaft. Orders picken op rustige momenten is weggevallen. Er zijn dus onvoldoende lichte werkzaamheden voorhanden en die lichte werkzaamheden vormen ook geen functie. Het betreft slechts nog het vegen van de vloer, het bestellen van de voorraad, het ophalen van vuilnis en het contacteren van de leverancier van de vriezer, welke werkzaamheden slechts 2 uur en 15 minuten per week beslaan.
4.Het verweer
5.De beoordeling
“ziekte of gebreken van de werknemer waardoor hij niet meer in staat is de bedongen arbeid te verrichten, mits de periode, bedoeld in artikel 670, leden 1 en 11, is verstreken en aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht”.