Uitspraak
Ontbinding geregistreerd partnerschap met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 24 maart 2020 ingekomen verzoek van:
[X] ,
[Y] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoekschrift;
- het verweer tegen het zelfstandig verzoek;
Feiten
- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2008 te [geboorteplaats 2] ,
- [naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2014 te [geboorteplaats 1] .
toevertrouwd;
- in de even weken op woensdagmiddag van 13.00 uur tot 19.00 uur,
waarbij de man de kinderen ophaalt bij de vrouw en terugbrengt bij de
vrouw;
kinderalimentatie ten behoeve van voornoemde minderjarigen [voornaam minderjarige 1] , [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] ,(bij co-ouderschap eventueel:
medeverzorgt en opvoedt) van € 116,- per maand, per kind zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
Verzoek en verweer
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
- vaststelling van kinderalimentatie van € 250,- per maand per kind, bij
- vaststelling van de verdeling van de partnerschapsgemeenschap, conform
verdeeld, waarbij de vrouw de kinderen bij de man brengt ten behoeve van de omgang en de man de kinderen terugbrengt bij de vrouw ten behoeve van
de omgang, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen verdeling van het halen en brengen.
nog te ontvangen compensatie van de belastingdienst uit hoofde van de
toeslagenaffaire aan de man te voldoen;
Beoordeling
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting
- de inkomensafhankelijke combinatiekorting
- kindgebonden budget + alleenstaande ouderkop.
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting;
€ 1.222,- per maand in de situatie dat [voornaam minderjarige 1] nog jonger dan 18 jaar is, en € 1.184,- per maand zodra [voornaam minderjarige 1] meerderjarig is.
€ 496,-
€ 476,-
€ 148,- (€ 204 -/- € 56) per maand per kind en vanaf [datum 2] 2022 een bedrag van € 154,-
(€ 210 -/- € 56) per maand per kind. De rechtbank zal het verzoek van de vrouw tot dit bedrag toewijzen en voor het meerdere afwijzen.
(€210 -/- 18) per maand. De rechtbank zal het verzoek van de vrouw tot dit
24 maart 2020 met de vrouw.
Beslissing
[datum geregistreerd partnerschap] 2014 te [plaats 1] ;
- [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2004 te [geboorteplaats 1] ,
- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2008 te [geboorteplaats 2] ,
- [naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2014 te [geboorteplaats 1] ;
- in de oneven weken van vrijdagmiddag (uit school) tot zondagavond 19.00 uur, met
- twee aaneengesloten weken in de zomervakantie, waarbij de man aan het begin van
medeverzorgt en opvoedt) [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] van € 148,- per maand per kind zal betalen, en met ingang van [datum 2] 2022 van € 154,- per maand per kind, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
medeverzorgt en opvoedt)ge [voornaam minderjarige 1] van € 186,- per maand zal betalen, en met ingang van [datum 2] 2022 van € 192,- per maand telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- bepaalt dat de inboedel van de echtelijke woning aan de vrouw wordt toebedeeld, zonder nadere verrekening met de man;
- bepaalt dat de [bank 1] bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 1] wordt toebedeeld aan de man, onder verrekening van de helft van het saldo per 24 maart 2020 met de vrouw;
- bepaalt dat de [bank 2] rekeningen met nummers [bankrekeningnummer 2] en [bankrekeningnummer 3] worden toebedeeld aan de vrouw, zonder nadere verrekening met de man;
- bepaalt dat de vrouw de helft van de compensatie die aan haar is uitgekeerd (Catshuisregeling) ten bedrage van € 30.000,- aan de man dient te voldoen;