ECLI:NL:RBDHA:2021:13753
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Leiden. De eiser had een aanvraag voor bijstandsuitkering ingediend op 21 december 2018, welke door verweerder op 29 januari 2019 werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de stelling dat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden door geen informatie te verstrekken over stortingen op een bankrekening en inkomsten uit verhuur. Eiser voerde aan dat hij geen inkomsten had en dat verweerder voldoende informatie had om zijn recht op bijstand vast te stellen, ondanks het ontbreken van alle gevraagde inlichtingen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser herhaaldelijk om inlichtingen was verzocht, maar niet alle gevraagde bewijsstukken had overgelegd. De rechtbank oordeelde dat eiser verplicht was om informatie te verstrekken over de bankrekening en de inkomsten uit verhuur, en dat zijn stelling dat hij niet kon beschikken over de rekening niet houdbaar was. De rechtbank concludeerde dat eiser onvoldoende medewerking had verleend aan het onderzoek van verweerder, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de afwijzing van de aanvraag voor bijstandsuitkering.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de inlichtingenplicht bij aanvragen voor bijstandsuitkeringen en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting.