ECLI:NL:RBDHA:2021:13805

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 november 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
NL 21.5535
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van lesbische vrouw uit Zimbabwe wegens onvoldoende geloofwaardigheid van haar relaas

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Zimbabwaanse vrouw die lesbisch is. De vrouw had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van haar seksuele geaardheid, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag beoordeeld en geconcludeerd dat de vrouw onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de geloofwaardigheid van haar relaas. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw weliswaar geloofwaardig is in haar identiteit, nationaliteit en herkomst, maar dat haar verklaringen over haar seksuele gerichtheid en de problemen die zij in Zimbabwe heeft ondervonden niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft de vrouw verweten dat zij tegenstrijdige en oppervlakkige verklaringen heeft afgelegd over haar ervaringen en de gevolgen van haar seksuele gerichtheid. De rechtbank heeft de beslissing van de staatssecretaris om de aanvraag af te wijzen als ongegrond verklaard, en de vrouw is in haar beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de vrouw in aanmerking komt voor voorlopig uitstel van vertrek, maar dat dit niet betekent dat haar aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt goedgekeurd. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor asielzoekers om een authentiek en overtuigend verhaal te presenteren over hun ervaringen en de risico's die zij lopen in hun land van herkomst.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL21.5535
[V-Nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[eiseres] ,

geboren op [geboortedatum] 1994, van Zimbabwaanse nationaliteit, eiseres
(gemachtigde: mr. A.E.M. de Vries),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Procesverloop

Bij besluit van 17 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres van 9 december 2019 tot verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vw [1] in de verlengde asielprocedure afgewezen als ongegrond. Verweerder heeft ook geweigerd eiseres ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Wel heeft verweerder aan eiseres voorlopig uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 van de Vw, in afwachting van de beslissing op de ambtshalve beoordeling om toepassing van artikel 64 Vw.
Op 12 april 2021 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiseres ontvangen. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 1 november 2021 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Fayez. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde. Verder was ter zitting aanwezig [naam] . De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

Asielrelaas
1. Eiseres heeft – samengevat – het volgende relaas aan haar aanvraag ten grondslag gelegd. Eiseres stelt dat zij lesbisch is en dat zij als gevolg van haar seksuele gerichtheid problemen heeft ondervonden in Zimbabwe. Zo heeft eiseres verklaard dat zij op school en in haar wijk werd uitgescholden omdat zij lesbisch is. Nadat haar vader ontdekte dat eiseres lesbisch is, stopte hij met het betalen van haar schoolgeld en eiseres kreeg vanaf dat moment huisarrest. Eiseres heeft verklaard dat zij door haar vader werd mishandeld. Eiseres vermoedt dat haar geaardheid de reden is dat zij zonder opgaaf van reden van haar werk is ontslagen. Eiseres heeft verder verklaard dat zij in Zimbabwe met drie vrouwen een relatie heeft gehad. Met [relatie1] heeft zij sinds januari 2019 een relatie. Verder heeft eiseres verklaard dat zij op haar zeventiende is verkracht door een man uit haar buurt ( [naam man] ) vanwege haar geaardheid. Eiseres is vervolgens zwanger geraakt en is haar kind kort na de geboorte verloren. De mishandeling door haar vader nam vanwege de kosten van haar overleden kind toe. Eiseres stelt verder dat zij door haar oom is verkracht. Volgens eiseres heeft zij hierbij HIV [2] opgelopen. Eiseres kreeg na de verkrachtingen geen hulp van haar familie. Eiseres vreest voor haar vader en vreest om in Zimbabwe gearresteerd te worden vanwege haar seksuele gerichtheid.
Besluitvorming
2. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. De seksuele gerichtheid van eiseres;
3. De problemen die voortvloeien uit de door haar gestelde seksuele gerichtheid.
Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig geacht. De seksuele gerichtheid van eiseres en de problemen die daaruit voortvloeien heeft verweerder echter niet geloofwaardig geacht. Verweerder heeft voorbeelden aangedragen waaruit volgens hem blijkt dat eiseres hierover wisselend, tegenstrijdig en/of oppervlakkig heeft verklaard. Volgens verweerder is er hierdoor geen sprake van een authentiek asielrelaas en is niet gebleken dat eiseres te vrezen heeft voor vervolging, noch een reëel risico loopt op ernstige schade, enkel vanwege haar geloofwaardig geachte identiteit, nationaliteit en herkomst. Verweerder heeft de asielaanvraag daarom op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw afgewezen als ongegrond. Volgens verweerder kan eiseres om diezelfde reden ook niet worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag [3] . Verder heeft verweerder overwogen dat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier op grond van artikel 8 van het EVRM [4] , het beleid ten aanzien van mensenhandel of op grond van 'humanitair tijdelijk' [5] . Verweerder heeft bij het bestreden besluit wel voorlopig uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw toegekend aan eiseres, van 17 maart 2021 tot 17 september 2021, of tot het moment waarop op de ambtshalve beoordeling is beslist. Het besluit tot afwijzing van de aanvraag geldt daarom niet als terugkeerbesluit.
Standpunt eiseres
3.1.
Eiseres bestrijdt dat sprake is van wisselende of tegenstrijdige verklaringen over haar lesbische gerichtheid, dan wel dat zij hierover slechts oppervlakkig heeft verklaard. Eiseres stelt hieromtrent dat zij op de gestelde vragen tijdens het gehoor plausibele antwoorden heeft gegeven. Eiseres stelt ook dat verweerder ten onrechte heeft overwogen dat zij er onvoldoende in is geslaagd een authentiek en persoonlijk verhaal te vertellen. Daarnaast heeft verweerder ten onrechte tegengeworpen dat eiseres summier, vaag en oppervlakkig over haar lesbische gerichtheid heeft verklaard. In dit kader stelt eiseres dat onduidelijk is om welke reden verweerder haar verklaringen over de periode waarin zij tot ontdekking van haar gerichtheid kwam, oppervlakkig en summier heeft bevonden. Verder heeft eiseres uitgebreid over de relatie met [relatie1] verklaard en is eiseres niet gevraagd om nog meer te verklaren over deze relatie. Verweerder heeft ook niet voldoende belicht wat tegenstrijdig zou zijn aan haar verklaringen in antwoord op de vraag of zijzelf moeite heeft gehad met haar seksuele geaardheid. Verweerder werpt haar bovendien ten onrechte tegen dat zij onvoldoende kennis heeft over de positie van LHBTI’ers [6] in Zimbabwe.
3.2.
Eiseres stelt zich verder op het standpunt dat verweerder in strijd met de Werkinstructie 2014/10 [7] heeft nagelaten om de geloofwaardigheid van het relaas per relevant element te beoordelen. Het kan niet zo zijn dat de ongeloofwaardigheid van element twee een direct gevolg heeft voor relevant element 3, aldus eiseres. Eiseres heeft in dit kader verwezen naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Den Haag, van
14 april 2021 [8] . Nu dit punt op zichzelf al een verkeerd uitgangspunt vormt, had verweerder dat in het voornemen dienen te herzien.
3.3.
Volgens eiseres doet verweerder in het bestreden besluit niets met de essentie van de verklaringen van eiseres en gaat hij voorbij aan alle ellende die eiseres heeft ervaren. Verweerder is gehouden eiseres waar mogelijk het voordeel van de twijfel te gunnen. Van tegenstrijdigheid op relevante onderdelen is geen sprake. De conclusie dat het relaas voor wat betreft haar verklaringen over haar geaardheid en de problemen die zij daardoor heeft ondervonden niet geloofwaardig kan worden geacht, is volgens eiseres niet voorzien van een deugdelijke en houdbare motivering.
3.4
Volgens eiseres heeft verweerder ten slotte onvoldoende gemotiveerd waarom zij niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier op grond van artikel 3.6a, eerste lid of 3.6ba, eerste lid van het Vb [9] . Eiseres wijst in dit kader op een bericht van verweerder in het dossier, waaruit blijkt dat verweerder de uitlatingen van eiseres tijdens het nader gehoor als suïcidale uitlatingen aanmerkte.
Beoordeling rechtbank
Geloofwaardigheidsbeoordeling
4. De rechtbank stelt voorop dat de beantwoording van de vraag of iemand lesbisch is, niet eenvoudig is. Noch verweerder noch de rechtbank kan in het hart of het hoofd van eiseres kijken. Ook is een objectieve vaststelling op een andere manier niet mogelijk. Verweerder heeft de beoordeling van de geloofwaardigheid van de gestelde lesbische geaardheid van eiseres gebaseerd op Werkinstructie 2019/17 [10] . Volgens deze werkinstructie toetst verweerder of aannemelijk is dat de door de vreemdeling gestelde lesbische geaardheid een authentiek verhaal bevat. Het zwaartepunt ligt hierbij op de antwoorden op vragen over de eigen ervaringen en persoonlijke beleving, waaronder het proces van ontdekking van de gerichtheid en de manier waarop de vreemdeling daarmee zegt te zijn omgegaan. Van de vreemdeling mag doorgaans worden verwacht dat hij [11] kan verklaren over wat zijn seksuele gerichtheid voor hem en zijn omgeving heeft betekend, wat de situatie is voor LHBTI’ers in zijn land van herkomst en hoe zijn ervaringen, ook volgens zijn asielrelaas, in het algemene beeld passen. Dit geldt temeer als een vreemdeling afkomstig is uit een land waar het behoren tot de LHBTI-gemeenschap maatschappelijk onacceptabel is of strafbaar is gesteld.
Seksuele gerichtheid
5.1.
Ten aanzien van de ontdekking van eiseres van haar gestelde gerichtheid heeft verweerder, naar het oordeel van de rechtbank, niet ten onrechte gesteld dat eiseres onvoldoende inzicht heeft gegeven in haar gevoelens toen ze zich realiseerde dat ze lesbisch is. Zo heeft eiseres verklaard dat zij op de basisschool naar meisjes keek, maar nog niet echt iets voelde. Verder heeft zij verklaard dat zij vanaf haar 12e of 13e jaar merkte dat ze sterke gevoelens kreeg voor meisjes, dat zij veel met jongens omging en geen gevoelens had voor jongens. Eiseres realiseerde zich naar eigen zeggen dat ze lesbisch is nadat ze een meisje heeft gezoend. Op de vraag hoe eiseres zich erbij voelde dat zij zich aangetrokken voelde tot meisjes heeft eiseres verklaard dat dit goed voelde, maar dat zij het weg wuifde [12] . Daarnaast heeft eiseres verklaard dat zij eerst bang was, maar dat zij voelde 'dit is wie ik ben' [13] . Verder heeft eiseres niet inzichtelijk gemaakt wat het voor haar persoonlijk betekende. Het standpunt van eiseres dat onvoldoende in wordt gegaan op de individuele verklaringen van eiseres, kan de rechtbank niet volgen. Verweerder heeft de zienswijze en beschikking uitgebreid gemotiveerd en verwezen naar de verklaringen van eiseres in het nader gehoor. Gelet hierop, heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat eiseres oppervlakkig heeft verklaard over haar gevoelens toen zij zich realiseerde dat zij lesbisch is.
5.2.
Ten aanzien van het standpunt van verweerder dat eiseres onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe zij deze periode als jong lesbisch meisje in Zimbabwe heeft beleefd, overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat de omstandigheid dat eiseres op meerdere momenten emotioneel werd tijdens het gehoor weliswaar kan bijdragen aan het persoonlijke gehalte van een relaas, maar dat dit onverlet laat dat zij haar gestelde geaardheid door middel van haar eigen verklaringen aannemelijk moet maken. Verweerder heeft erop kunnen wijzen dat de verklaringen van eiseres met name zien op de houding van haar familie jegens homoseksualiteit. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich dan ook niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat van eiseres mag worden verwacht dat zij over haar eigen ervaringen meer concreet kan verklaren. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder met name de volgende punten met betrekking tot het relaas aan eiseres kunnen tegenwerpen.
5.3.
Eiseres heeft verklaard op 13-jarige leeftijd met [naam vriendin] gekust te hebben. Zij heeft gesteld dat haar omgeving door deze zoen op de hoogte raakte van haar seksuele geaardheid en uit haar relaas valt af te leiden dat eigenlijk alle gestelde problemen voortvloeien uit deze zoen. Over de omstandigheden waaronder dit zou hebben plaatsgevonden, heeft eiseres echter wisselende verklaringen afgelegd. Enerzijds heeft zij verklaard dat dit gebeurde op het schoolplein bij de poort te midden van een menigte en dat deze menigte direct na de kus op hen is gaan ‘springen’. [14] Anderzijds stelt zij dat iedereen wel buiten was, maar dat zij en haar vriendin alleen waren toen het gebeurde. Zij wist niet dat de mensen aan de achterkant het zouden hebben gezien. [15] Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de door eiseres geschetste omstandigheden, waaronder dit voor eiseres belangrijke moment in haar relaas zou hebben plaatsgevonden, vaag en onduidelijk zijn.
5.4.
Verweerder heeft verder niet ten onrechte meegewogen dat eiseres wisselend heeft verklaard over haar reactie op de kus met [naam vriendin] ten aanzien van haar omgeving. Zo heeft eiseres enerzijds verklaard dat zij tegen haar omgeving heeft verteld dat de kus een grap was [16] , terwijl zij later heeft verklaard dat zij er met niemand over heeft gesproken. [17] Eiseres heeft voor deze tegenstrijdigheid geen plausibele verklaring gegeven. Verweerder heeft zich verder op het standpunt mogen stellen dat het niet geloofwaardig is dat eiseres niet zou hebben nagedacht over de risico's van het kussen van en een meisje in het openbaar, nu eiseres bekend was met het feit dat homoseksualiteit in Zimbabwe verboden is.
5.5.
Verder is de rechtbank van oordeel dat verweerder aan eiseres heeft mogen tegenwerpen dat zij tegenstrijdig heeft verklaard over de houding van haar vader ten opzichte van haar seksuele gerichtheid. Zo heeft eiseres enerzijds verklaard dat haar vader bang was voor wat de mensen in het dorp erover zouden zeggen, dat zij daarom huisarrest had en niet meer naar de kerk mocht gaan [18] . Anderzijds vertelt zij dat haar vader, als hij boos was, mensen uit de buurt vertelde over haar situatie, hoe gênant hij het vond dat ze lesbische is en een meisje had gezoend en dat al zijn vermoedens juist bleken te zijn. [19] Verweerder heeft terecht geoordeeld dat deze verklaringen zich niet tot elkaar verhouden.
5.6.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat eiseres onvoldoende inzicht heeft verschaft in haar relatie met [relatie1] . Verweerder heeft de verklaringen van eiseres over [relatie1] onvoldoende inzichtelijk mogen achten, omdat deze niet concreet ingaan op de emoties en gevoelens die eiseres voor [relatie1] had en hoe zij vorm gaven aan de relatie. Verder heeft verweerder opmerkelijk mogen achten dat eiseres ten tijde van het nader gehoor al maanden geen contact meer had met [relatie1] enkel vanwege de omstandigheid dat [relatie1] problemen had met haar telefoon.
Kennis LHBTI Zimbabwe
6. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder heeft mogen tegenwerpen dat eiseres niet bekend is met de straf voor homoseksualiteit in Zimbabwe terwijl zij wel bekend is met het feit dat homoseksualiteit in Zimbabwe verboden is en dat zij niet kon aangeven wat de belangrijkste LHBTI-organisaties zijn in het land. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat van eiseres mag worden verwacht dat dat zij enige (basis)kennis heeft over de situatie van LHBTI’ers in Zimbabwe. Dit geldt te meer nu zij al sinds haar 12e lesbische gevoelens zou hebben gehad en pas in 2019 – toen zij 25 jaar was – uit Zimbabwe is vertrokken. Dat eiseres stelt dat er 14 jaar gevangenisstraf op homoseksualiteit in Zimbabwe staat, terwijl het om één jaar en een geldboete gaat, heeft verweerder niet ten onrechte tegengeworpen. [20] Daarbij heeft eiseres geen plausibele verklaring gegeven voor het feit dat zij tijdens het gehoor op de vraag of zij een LHBTI-organisatie kent de naam ' [organisatie x] ' heeft opgeschreven, terwijl zij later stelt dat het ‘ [organisatie y] ’ zou moeten zijn. [21]
Problemen als gevolg van de gerichtheid
7.1.
De rechtbank volgt eiseres verder niet in haar betoog dat verweerder in strijd met Werkinstructie 2014/10 en 2019/17 heeft nagelaten een inhoudelijke geloofwaardigheidsbeoordeling te verrichten en heeft nagelaten om de geloofwaardigheid van het relaas per relevant element te beoordelen. Verweerder heeft gesteld dat nu eiseres’ gestelde seksuele gerichtheid niet aannemelijk is geacht, niet aannemelijk is dat zij de gestelde problemen heeft ondervonden vanwege haar seksuele gerichtheid. Anders dan eiseres stelt, heeft verweerder vervolgens wel een inhoudelijke beoordeling gegeven over de verklaringen van eiseres over wat haar in het land van herkomst zou zijn overkomen als gevolg van haar gerichtheid.
7.2.
Daarbij is de rechtbank van oordeel dat verweerder aan eiseres heeft mogen tegenwerpen dat zij wisselend heeft verklaard over de problemen als gevolg van haar seksuele gerichtheid. Zo heeft eiseres in eerste instantie verklaard dat zij in de zesde klas al mishandeld werd door haar vader toen die erachter kwam dat zij op meisjes viel. [22] Later zegt ze echter dat de mishandelingen begonnen na de kus met het meisje toen haar vader daarover informatie kreeg, dus in 2007, om vervolgens deze verklaring weer te veranderen; namelijk dat zij wel al in de zesde klas mishandeld werd en dat deze mishandelingen na de kus erger werden. [23]
7.3.
Daarnaast heeft verweerder kunnen overwegen dat eiseres niet inzichtelijk heeft gemaakt dat [naam man] haar heeft verkracht vanwege haar seksuele gerichtheid. Zo heeft eiseres weliswaar verklaard dat zij aangifte heeft gedaan van de verkrachting, maar zij heeft dit niet onderbouwd met stukken. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres ook niet inzichtelijk heeft gemaakt dat [naam man] de politie zou hebben omgekocht en hen zou hebben geïnformeerd over de geaardheid van eiseres. Verweerder heeft in dit verband mogen meewegen dat eiseres naar eigen zeggen wel aangifte heeft gedaan en verklaringen heeft afgelegd tegenover de politie en heeft aangegeven dat ook de buurvrouw wel wilde getuigen, maar dat de politie volgens eiseres geen enkel document heeft afgegeven ter onderbouwing hiervan. Ook heeft verweerder mogen meewegen dat eiseres nooit navraag heeft gedaan bij de politie over de status van de aangifte en dat eiseres slechts oppervlakkig heeft verklaard over hoe [naam man] kon weten van haar gestelde geaardheid. Verweerder heeft verder kunnen overwegen dat het feit dat eiseres geen enkel bewijs kan overleggen over de verkrachting en de geboorte en het overlijden van haar kind, niet bijdraagt aan de geloofwaardigheid op dit punt. Overigens is ook de verklaring die eiseres over dit incident heeft afgelegd niet steeds gelijkluidend. In eerste instantie verklaart zij dat ze wakker werd zonder kleding met pijn en dat een dame uit de buurt haar vertelde dat ze had gezien dat een jongen, [naam man] , haar huis was binnengegaan. [24] Later verklaart ze dat ze hem zelf had gezien, dat ze hem naar de kamer heeft zien komen waar ze verbleef. [25]
7.4.
Ook over de gestelde verkrachting door haar oom kan verweerder gevolgd worden in het standpunt dat eiseres hierover niet eenduidig heeft verklaard. Zo stemmen de verklaringen van eiseres over hoe haar familie hierop reageerde niet met elkaar overeen. Waar eiseres namelijk op het ene moment schetst dat de familie bijeen werd geroepen en dat er besloten werd dat het beter was dat eiseres geen aangifte deed, dat zij geen aangifte mocht doen en dat haar gevoelens totaal niet relevant waren [26] , geeft zij op een ander moment aan dat haar familie haar “gesmeekt” heeft om geen aangifte te doen. [27]
7.5.
Ook volgt de rechtbank verweerder over het ontslag bij de supermarkt. Het is slechts een aanname van eiseres dat zij is ontslagen vanwege haar geaardheid. Zo stelt
eiseres eerst dat zij haar baan kwijt is geraakt vanwege haar seksuele geaardheid en geeft zij aan dat gezegd zou zijn: ‘we moeten stoppen met jou als lesbienne’, maar verklaart zij vervolgens in het gehoor dat zij haar baan is kwijtgeraakt ‘zonder uitleg en zonder verklaring’. [28] Zij stelt dat haar baas haar uit het niets heeft ontslagen ‘omdat ze klanten tegenhield’ [29] . Later stelt zij ‘Ik wist de reden niet echt, maar hoe ik het zie is dat mijn baas erachter is gekomen wie ik was’. Alhoewel eiseres het vermoeden had dat haar baas haar had ontslagen vanwege haar seksuele geaardheid, heeft zij de reden van haar ontslag onvoldoende inzichtelijk gemaakt.
8. Gelet op al het voorgaande is de rechtbank met verweerder van oordeel dat eiseres er onvoldoende in is geslaagd een authentiek en persoonlijk verhaal af te leggen over haar lesbische geaardheid en de problemen die hieruit voor haar zouden zijn voortgevloeid. Verweerder heeft de geloofwaardigheidsbeoordeling dan ook voldoende zorgvuldig en gemotiveerd verricht.
9. Nu verweerder enkel de identiteit, nationaliteit en herkomst van betrokkene geloofwaardig heeft kunnen achten en de elementen die zien op haar seksuele geaardheid en de problemen die zij als gevolg hiervan heeft ondervonden niet, kan verweerder ook worden gevolgd in de stelling dat niet is gebleken dat eiseres te vrezen heeft voor vervolging, noch een reëel risico op ernstige schade loopt.
10. Ook heeft verweerder zich, gelet op het voorgaande, op het standpunt kunnen stellen dat niet is gebleken van overige bijzondere omstandigheden die aanleiding geven om eiseres in het bezit te stellen van een verblijfsvergunning. Op haar verzoek om toepassing van artikel 64 Vw heeft verweerder afzonderlijk besloten en eiseres zal de gronden die zien op haar medische situatie in die procedure kunnen inbrengen.
Conclusie
11. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.C. Langendoen, rechter, in aanwezigheid van mr. T.J.M. Schilder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Humaan immunodeficiëntie-virus.
3.Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 1951 (Trb. 1954, 88), zoals gewijzigd bij Protocol van New York van 1967 (Trb. 1967, 76).
4.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
5.artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e, Vw juncto artikel
6.Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelen, Transgender- en Intersekse personen.
7.Werkinstructie 2014/10, inhoudelijke beoordeling (asiel).
8.NL21.1096.
9.Vreemdelingenbesluit 2000.
10.Werkinstructie 2019/10, Horen en beslissen in zaken waarin LHBTI-gerichtheid als asielmotief is aangevoerd.
11.Daar waar “hij” of “hem” staat, kan ook “zij” “haar” of een non-binaire verwijzing worden gelezen.
12.Pagina 23 van het nader gehoor.
13.Pagina 43 van het nader gehoor.
14.Pagina 47 en 33 van het nader gehoor.
15.Pagina 34 van het nader gehoor.
16.Pagina 6 van het nader gehoor.
17.Pagina 48 van het nader gehoor.
18.Pagina 6 van het nader gehoor.
19.Pagina 52 van het nader gehoor.
20.Pagina 46 van het nader gehoor.
21.Pagina 40 van het nader gehoor.
22.Pagina 16 van het nader gehoor.
23.Pagina 49 en 50 van het nader gehoor.
24.Pagina 7 van het nader gehoor.
25.Pagina 52 en 53 van het nader gehoor.
26.Pagina 9van het nader gehoor.
27.Pagina 53 van het nader gehoor.
28.Pagina 10 van het nader gehoor
29.Pagina 56 van het nader gehoor