ECLI:NL:RBDHA:2021:13870

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 februari 2021
Publicatiedatum
16 december 2021
Zaaknummer
NL21.830
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die een V-nummer heeft, had op 18 januari 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag volgens de Dublin-regelgeving.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats via een Skype-beeldverbinding, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank heeft gemotiveerd dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in een andere zaak (NL21.829), een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Zwijnenberg, griffier. De bekendmaking van het proces-verbaal vond plaats op 4 februari 2021. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL21.830
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. G. Ocak), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluit van 18 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL21.829, plaatsgevonden op 2 februari 2021, door middel van een Skype-beeldverbinding. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.829, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 februari 2021 door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. mr. A.M. Zwijnenberg, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
04 februari 2021

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.