Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Procedure
2.Beoordeling
Chase
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter te Den Haag op 15 februari 2021 een beschikking gegeven in een geschil tussen verzoekster en verweerster, waarbij de voormalige beschermingsbewindvoerder, verweerster, werd veroordeeld tot schadevergoeding wegens slecht bewindvoerderschap. De procedure begon met de instelling van bewind over de goederen van betrokkene, die te maken had met verkwisting en problematische schulden. Verweerster werd benoemd tot bewindvoerder, maar werd later op verzoek van betrokkene ontslagen en vervangen door verzoekster.
Verzoekster heeft verweerster aangesproken voor een schadevergoeding van in totaal € 414,90, als gevolg van het niet tijdig aanvragen van bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage van de toevoeging rechtshulp en het ontstaan van nieuwe schulden tijdens het bewind. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verweerster nalatig is geweest in haar taken, met name door het niet aanvragen van bijzondere bijstand en het niet tijdig betalen van schulden, wat heeft geleid tot extra kosten voor betrokkene.
De kantonrechter heeft de schadeposten afzonderlijk beoordeeld en geconcludeerd dat verweerster aansprakelijk is voor de schade die betrokkene heeft geleden. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de schadevergoeding toegewezen tot het gevraagde bedrag van € 414,90, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing kan door belanghebbenden worden aangevochten bij het Gerechtshof te Den Haag, maar uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.