ECLI:NL:RBDHA:2021:14033
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. I.K. Kolev, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 25 juni 2021 de asielaanvraag van verzoeker had afgewezen als kennelijk ongegrond. Tijdens de zitting, die plaatsvond in Breda, was verzoeker aanwezig en werd hij bijgestaan door een tolk, A.K. Umar. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J.F.M. van Raak.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde na de behandeling van de zaak, waarbij de voorzieningenrechter opmerkte dat er al een uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (NL21.10372) op dezelfde dag. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. N.H. de Zeeuw. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.