Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Goed”en als aanvullende opmerking
: “Mascha, je doet je werk goed en resultaten zijn naar behoren gehaald. (…) Ik vind dat je nl. makkelijk met jouw uren omgaat, met het thuiswerken en met het roken. Advies: hou je aan de afspraken, zoals vermeld in dit document.”
“Voldoet niet” en als aanvullende opmerking:
(…)”Afgelopen jaren zijn er echter te sterke aanwijzingen dat Mascha uren schrijft die niet zijn gewerkt. De aanwezigheid op kantoor, ook als rekening wordt gehouden met een aantal uur thuis werken, is minder dan het aantal uren geschreven in [systeem] (…)”.
“ [teamleider] is blij dat de oorzaak van haar fysieke beperking nu is weggenomen en dat zij zich nu kan richten op volledig herstel (…).”
- de gewerkte uren niet overeenkomen met hetgeen in de agenda is genoteerd en blijkt uit de verlofregistratie;
- de werknemer op (thuis-)werkdagen niet online was;
- de werknemer niet eerlijk is geweest over de 120 niet gewerkte uren.
3.Het verzoek
€ 5.752,99.
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 39). De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, omdat daarvoor een dringende reden aanwezig was. Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, leveren de feiten en omstandigheden die de dringende reden vormen in dit geval ook een dergelijke ernstige verwijtbaarheid op. Immers, die feiten en omstandigheden zijn van dien aard dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van de werknemer dat, mede gezien de voorbeelden genoemd in de wetsgeschiedenis, als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer bestaat in beginsel geen recht op een transitievergoeding.
veroordeelt de werkgever om aan de werknemer een transitievergoeding te betalen van € 5.752,99, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 5 augustus 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;