ECLI:NL:RBDHA:2021:14065
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een besluit tot afwijzing van een mvv-aanvraag wegens geschonden hoorplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een mvv-aanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, een zoon van een referent die in Nederland verblijft met zijn echtgenote en kinderen, had een aanvraag ingediend om bij zijn referent te kunnen verblijven. De aanvraag werd afgewezen op basis van de veronderstelling van een polygame situatie, omdat de referent niet kon aantonen dat hij gescheiden was van de moeder van de eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de hoorplicht heeft geschonden door niet te horen naar de referent, ondanks dat er twijfels bestonden over de afwijzing. De rechtbank oordeelde dat het horen essentieel is voor een zorgvuldige besluitvorming en dat de staatssecretaris onvoldoende rekening had gehouden met de verklaringen van de referent en de context van de aanvraag. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen, waarbij de proceskosten van de eiser zijn vergoed.