ECLI:NL:RBDHA:2021:14104

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
21 december 2021
Zaaknummer
NL21.14709
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met overdracht aan Franse autoriteiten

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 december 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, die in deze procedure wordt aangeduid als [naam], heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 27 oktober 2021, houdt in dat verzoekster wordt overgedragen aan de Franse autoriteiten, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van haar asielaanvraag. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, in afwachting van de uitkomst van haar beroep.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In een eerdere uitspraak, met zaaknummer NL21.17408, heeft de rechtbank het beroep van verzoekster niet-ontvankelijk verklaard. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform artikel 26, eerste lid, van de Dublinverordening (verordening nr. 604/2013).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.17409

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.H.M. Handring),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 27 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder bepaald dat verzoekster wordt overgedragen aan de Franse autoriteiten, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van haar asielaanvraag. [1]
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.17408, heeft de rechtbank uitspraak gedaan en het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 26, eerste lid, van de Dublinverordening (verordening nr. 604/2013).