ECLI:NL:RBDHA:2021:14340
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 december 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. P.J. van den Hoogen, had op 3 november 2021 een asielaanvraag ingediend die door verweerder niet-ontvankelijk was verklaard. Eiser stelde dat zijn herkomst uit Khanaqin in Centraal-Irak geloofwaardig was, maar verweerder betwistte dit en stelde dat de overgelegde documenten, waaronder een geldig paspoort en nationaliteitsbewijs, niet voldoende waren om de gestelde herkomst te onderbouwen. Tijdens de zitting op 17 december 2021, waar verweerder niet aanwezig was, heeft de rechtbank de zaak behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de asielaanvraag van eiser terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat er geen nieuwe elementen waren die de kans op internationale bescherming aanzienlijk vergrootten. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgrond van eiser niet kon slagen en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. N.H. de Zeeuw.