Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 december 2021 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, v-nummer: [nummer]
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
in het kader van hun relatiefysiek hebben ontmoet. Dat het gelet op het doel van de Regeling voldoende is, zoals eiser stelt, dat hij en zijn vriendin op het moment van de visumaanvraag een liefdesrelatie onderhielden en dat zij elkaar eerder een aanmerkelijke periode hebben gezien, volgt niet uit de tekst van de Regeling. De rechtbank merkt hierbij op dat verweerder bij de beoordeling of de volksgezondheid aanleiding geeft om het gevraagde visum te weigeren, en dus ook bij de vaststelling van de inhoud van de Regeling, een ruime beoordelingsmarge heeft. [1] De beroepsgrond faalt.
Beslissing
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen het bestreden besluit, gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover dat betrekking heeft op de vastgestelde dwangsom, stelt de door verweerder verbeurde dwangsom vast op € 1.442,- en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.496,-;
- bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 181,- aan hem vergoedt.